Ghazi Briegeith en Rami Elhanan

logo

vergeving
verzoening

verhaal 17






foto Rami en Ghazi "Als Ghazi en ik goed kunnen communiceren en elkaar tot steun kunnen zijn, nadat we allebei de hoogst mogelijke prijs betaald hebben, dan kan iedereen dat."

Ghazi Briegeith, een Pales-tijnse elektricien wonend in Hebron en Rami Elhanan, een Israëlisch grafisch ontwerper uit Jeruzalem, leerden elkaar kennen in de Parents' Circle een groep gezinnen die hun dierbaren verloren hebben en verzoening en vrede nastreven.

De broer van Ghazi werd in 2000 gedood bij een controle post.
De 14-jarige dochter van Rami werd het slachtoffer van een zelfmoordbom in Jeruzalem in 1997.

Rami

Ik was onderweg naar het vliegveld toen mijn vrouw belde en vertelde dat Smadar zoek was. Wanneer zoiets gebeurt, grijpt een koude hand om je hart Je rent van vriend naar vriend en van ziekenhuis naar ziekenhuis, totdat je uiteindelijk in een lijkenhuis aankomt en je een aanblik treft die je van je leven niet meer vergeet.
Vanaf dat moment ben je een ander mens. Alles is anders.

Aanvankelijk werd ik verteerd door woede en smart. Ik wilde vergelding om quitte te spelen. Maar we zijn mensen - geen beesten! Ik vroeg mezelf of ik van mijn pijn verlost zal worden als ik iemand anders dood. Natuurlijk niet.

Het was voor mijn vrouw en mij duidelijk dat de schuld bij de bezetting ligt. De zelfmoordenaar was een slachtoffer net zoals mijn dochter. Hij was gek geworden van woede en schaamte.

Ik vergeef niet en ik vergeet niet, maar toen dit gebeurde met mijn dochter moest ik mezelf wel afvragen of ik daar op een of andere manier aan bijgedragen had.
Het antwoord was dat ik dat gedaan had - mijn volk had dat gedaan door 35 jaar lang drie-en-een half miljoen Palestijnen te regeren, te overheer-sen en te onderdrukken. Dat is een zonde en je betaalt voor zonden.

Eerst dacht ik idioot genoeg dat ik gewoon weer aan het werk kon gaan en mijn oude leven weer op kon nemen, maar de pijn was ondraaglijk.

Toen, ontmoette ik een jaar later Ytzhak Frankenthal, stichter van de Parents' Circle. Hij droeg een 'kippah' op zijn hoofd en ik typeerde hem meteen als een Arabieren vreter. Zelfs toen hij mij zijn persoonlijk relaas over het verzoeningswerk van de Parents' Circle vertelde, bleef ik erg cynisch.

Hij nodigde me uit voor een bijeenkomst en met tegenzin ging ik er heen, alleen maar om een kijkje te nemen. Ik zag bussen vol mensen, onder hen onvergetelijke figuren, ouders die kinderen in oorlogen verloren hadden en die nog steeds vrede wensten. Ik zag een Arabische vrouw in een zwarte lange jurk. Op haar borst droeg zij een foto van een zes jaar oud kind. Een zanger zong in het Hebreeuws en Arabisch, en plotseling was ik als door de bliksem getroffen. Ik kan het niet uitleggen, maar vanaf dat moment had ik weer een reden om 's morgens op te staan.

Sindsdien is mijn werk met de Parents' Circle het middelpunt van mijn bestaan geworden, een heilige missie. Als wij – Ghazi en ik – met elkaar kunnen communiceren nadat we de hoogst mogelijke prijs betaald hebben,dan kan iedereen dat...
Er staat een hoge muur tussen onze beide naties, een muur van haat en angst. Iemand moet daar scheuren in maken zodat hij in elkaar valt.

Ghazi

Je hebt een kaartje nodig om bij de Parents' Circle te behoren - het kaartje houdt in dat je een naast familielid hebt verloren. Dit betekent dat Rami en ik broeders in verdriet zijn.

Mijn eigen broer werd in 2000, bij het begin van de Intifada gedood. Ik was nog bij hem geweest enkele minuten voor hij stierf. Terwijl ik naar huis liep hoorde ik een schot. Later vernam ik dat hij aangehouden was en gefouilleerd was bij een controlepost. Toen hij protesteerde, schreeuwde de militair, "hou je bek, of ik schiet je neer, jij hoerenzoon", waarop mijn broer antwoordde: jij bent een hoerenzoon. Toen schoot de militair. Het was een machinegeweer in de handen van een kind. Soms maakt de macht hen gek.

Aanvankelijk was ik buiten zinnen, gek van verdriet. Er zou geen vergeving moeten bestaan voor de moordenaars van onschuldigen, en zelfs toen zag ik de militair evenals mijn broer als een slachtoffer van de bezetting. Zoals ik dat ook nog steeds ben. Maar vergeving is een zeer persoonlijke zaak.

Zelfs als ik het verkies de persoon die mijn broer doodde te vergeven, kan ik de kinderen van mijn broer niet dwingen te vergeven. Maar ik kan hun laten zien dat je hart openen voor verzoening en vrede veel waardevoller is dan een gewelddadig antwoord. Ik kan hen laten zien, dat het openslaan van een nieuwe bladzijde de enige hoop is op een beter leven dan het onze.

De Palestijnen hebben niets meer te verliezen. De Israëli's moeten zich gaan realiseren dat zij hun eigen staat te gronde richten door zoveel lijden te veroorzaken. Je hoeft niet van elkaar te houden om een brug tussen staten te bouwen: je hebt respect nodig. Als ik mijn Joodse broeder Rami tot steun kan zijn, door hem te respecteren zoals hij mij respecteert, dan is er hoop.

hoofdmenu    volgende    vorige    info museum    uw reactie

Laatst gewijzigd: 22 december 2004