Martin Snodden

logo

vergeving
verzoening

verhaal 21






foto Martin Snodden "Ik moest vergeving in mezelf zoeken om mijn heden en verleden met elkaar te kunnen verzoenen".

Als voormalig paramilitair kreeg Martin Snodden levenslang voor zijn activiteiten als lid van de Ulster Volunteer Force (UVF).
15 jaar later werd hij voorwaardelijk uit de Maze gevangenis vrijgelaten. Hij is nu directeur van het Conflict Trauma Resource Centre CTRC) in Belfast.

Het verlangen naar vrede dreef mij de wapens op te nemen. Ik werd met het geweld geconfronteerd in 1969 toen ik 15 jaar was. Ik woonde in een nationalistisch gebied van West-Belfast, een deel dat behoorde tot een kleine Protestantse gemeenschap die dagelijks aangevallen werd.

Zogenaamde vrijheidsstrijders ontzegden mijn gezin, mijn buren en mijn vrienden het recht om in vrede te leven. De officiële strijdkrachten, de politie en het leger waren niet aanwezig, dus was het een kwestie van zelfverdediging.

Tussen mijn 16e en mijn 19e was ik actief betrokken bij het geweld, en voor mijn 20e zat ik in de gevangenis voor mijn acties - in het bijzonder voor een aanval op een pand dat de basis was voor een IRA-eenheid. Twee mensen verloren het leven bij deze aanslag. Een ervan was mijn collega en kameraad, die stierf toen een bom voortijdig afging. De andere was een vrouw, een onschuldige burger, die op dat moment in het pand was. Mijn maten in de gevangenis waren zoals ik: de meeste zagen de gevangenis al voor hun 22e. Zij waren allemaal kanonnenvoer.

Terwijl ik gevangen zat was ik in de gelegenheid om de Ierse geschiedenis na te pluizen en me af te vragen waarom ik ondanks mijn Christelijke opvoeding, en ondanks mijn sterke geloof in een fatsoenlijk bestaan bijgedragen had aan het geweld van ons politieke conflict. Sindsdien ben ik tot de conclusie gekomen dat deze overtuigingen naast elkaar kunnen bestaan: Het respect voor een morele/spirituele autoriteit kan bestaan naast de noodzaak te handelen om je gemeenschap te beschermen.

Mijn persoonlijke innerlijke reis was lang en slingerend, maar ik kwam steeds meer tot de overtuiging dat geweld geen oplossing vormde voor ons politieke conflict, en dat het onze beschadigde en verdeelde bevolkings-groepen niet zou kunnen herstellen.

Terwijl ik dus in de gevangenis zat, sprak ik met enkele van mijn vijanden.
Ik raakte zeer bevriend met een bepaalde Republikeinse gevangene. Een vriendschap die mij een hoop vijandigheid van mijn kameraden opleverde.

In 1990 werd ik voorwaardelijk vrijgelaten. De autoriteiten verwachtten van gevangenen zoals ik dat zij weer in de samenleving zouden integreren, maar tijdens mijn verlof merkte ik dat dit niet de samenleving was waarin ik wilde integreren.

De polarisatie was alleen maar toegenomen, en mijn gematigde stand-punten waren nu even marginaal geworden als mijn extremistische standpunten geweest waren voor mijn opsluiting. Toch verlangde ik nog steeds naar verandering in onze maatschappij, en deze keer besloot ik het te proberen door het opbouwen van relaties en het oplossen van conflicten.

Dit is de weg die ik sindsdien bewandel - soms onder zeer moeilijke omstandigheden. Ik moet altijd rekening houden met mijn gezin en de risico's die ik neem. Ik heb in de laatste 6 maanden 2 doodsbedreigingen ontvangen, een van elke kant. Het werk waarin ik betrokken ben zet mensen tegen elkaar op. Het zou zoveel gemakkelijker geweest zijn als ik een baantje in de industrie had genomen om gewoon in de anonimiteit van onze maatschappij te kunnen leven.

Gedurende mijn leven was ik achtereenvolgens vredeverstoorder, vrede-stichter en vredeopbouwer. Mijn vroegere gewelddadige acties waren zeer destructief, maar nu vecht ik voor de vrede op een meer constructieve manier. De risico's zijn niet echt verschillend, maar de beloningen zijn veel groter.

Het 'Conflict Trauma Resource Center'-project, dat ik help ontwikkelen, kijkt naar de erfenis van trauma, pijn en lijden. Mensen die geweld gebruiken, doden waarschijnlijk niet alleen iemand anders, maar in de loop van deze gewelddadigheden doden ze ook een deel van zichzelf. Zij verliezen een deel van hun menselijkheid.

Ik betreur het zeer dat mijn gewelddadige acties onschuldige mensen beschadigd hebben. Ik heb vergiffenis in mij zelf moeten zoeken en ik heb mijn heden en verleden met elkaar moeten verzoenen. Dit alleen al heeft mij een betere uitgangspositie gegeven en, wat betreft de erfenis van het gewelddadige conflict, mij in staat gesteld me te richten op de noden van anderen.

hoofdmenu    volgende    vorige    info museum    uw reactie

Laatst gewijzigd: 24 december 2004