Robi Damelin

logo

vergeving
verzoening

verhaal 24






foto Robi met foto David in haar handen "Mijn eerste woorden waren: neem geen wraak uit naam van mijn zoon."

Maart 2002 werd David, de zoon van Robi Damelin, neergeschoten door een sluipschutter, terwijl hij diende in het Israëlische leger. Hij was 28 jaar.

Robi werkt nu voor de Parents' Circle, een groep Israëlische en Palestijnse gezinnen, die zwaar getroffen werden, en nu verzoening en vrede willen bewerkstelligen.

Toen mij verteld werd dat David gedood was, waren de eerste woorden die uit mijn mond kwamen: "neem geen wraak uit naam van mijn zoon". Het was volledig instinctief.

David had me juist daags tevoren opgebeld. "Ik wil dat je weet dat ik alles wat in mijn vermogen ligt gedaan heb om deze wegblokkade te beveiligen, maar ik voel me als een schietschijf", zei hij. Daarna had ik een vreemd gevoel en begon het huis op te ruimen. Ik vind huishoudelijk werk vreselijk, maar die dag werkte ik als een maniak.

David was de meest humane persoon die je kunt bedenken. Destijds was hij betrokken bij het 'Peace Corps' en bezig zijn doctoraal in de Filosofie van de Opvoeding te doen. Hij werd gedood omdat hij een symbool was van een bezettingsleger.

Hij had zijn dienstplicht al gedaan. Dit was een groot probleem voor hem geweest. Hij was nog liever naar de gevangenis gegaan dan te dienen, maar hij wist dat zo gauw hij ontslagen werd, zij hem alleen maar ergens anders zouden inzetten. Dus kwamen we tenslotte overeen dat hij beter zou kunnen dienen als een officier en een voorbeeld zou kunnen stellen door zich te gedragen als een fatsoenlijk mens. Toen hij in 2002 als reservist opgeroepen werd hadden we hetzelfde gesprek, en opnieuw besloot David te gaan om een voorbeeld te stellen.

Nadat hij gedood werd was ik buiten mezelf van verdriet. Vrienden uit heel Israël kwamen met eten en drinken en andere kleine blijken van genegen-heid. Een van de militairen die de aanslag overleefd had kwam ook. Hij was bang dat ik hem zou veroordelen dat hij niet naar buiten gerend was om David te helpen. Ik zei hem: "wie denk je wel dat ik ben om een man te veroordelen omdat hij niet naar buiten rende en daardoor zichzelf gedood zou hebben?"

Omdat ik toen een PR-bureau had in Tel Aviv, wilden journalisten me interviewen. Als ik terugkijk kan ik niet geloven dat ik op zo'n vroeg tijdstip al zulke sterke uitspraken deed door te zeggen dat de Israëli's zich terug moesten trekken uit de bezette gebieden.

De Parents' Circle kreeg in de gaten wat ik aan het doen was en haar oprichter, Yitzhak Frankenthal, wiens zoon in 1994 gekidnapt en vermoord was door Hamas, nodigde me uit. De organisatie werd spoedig mijn reddingslijn. Ik besteed nu mijn tijd aan het reizen over de wereld terwijl ik de boodschap verspreid van verzoening, verdraagzaamheid en vrede. De pijn van David's dood verdwijnt nooit, maar wat doe je met deze pijn? Investeer je hem in wraak of denk je creatief?

Tien maanden na de dood van David ontmoette ik Nadjwa Saada, een Palestijnse vrouw die pas haar dochter verloren had. Een militair had haar auto per vergissing aangezien voor die van een terrorist en de 12-jarige dochter doodgeschoten. Toen ik de volgepakte kamer binnen liep herkende ik Nadjwa meteen, omdat getroffen moeders elkaar instinctief herkennen. Gedeelde smart schept intimiteit.

Ik denk voortdurend aan David. Wij waren zulke dikke vrienden en hadden zoveel gemeen. Iedere week bezoek ik met mijn andere zoon, Eran, de plaats waar hij begraven ligt. De ouders maken daar prachtige tuinen rond de graven. Ik zie het als de voortzetting van het moederschap; de voort-durende behoefte om voor je kind te zorgen.

hoofdmenu    volgende    vorige    info museum    uw reactie

Laatst gewijzigd: 3 maart 2006