"Waarom wilt gij mij doden?" "Wat? Woont gij niet aan de overzijde van de rivier? Ja, wanneer gij aan deze zijde woonde, zou ik een moordenaar zijn als ik U doodde en zou ik een misdaad begaan door dit te doen. Maar nu gij van de overzijde komt, ben ik een held, en wat ik doe is goed."