Uitbanning van de oorlog uit het volkenrecht is in de ontwikkeling van dat recht een geweldige gebeurtenis. Onze taak is: die gebeurtenis helder te maken, elk in eigen land; haar nabijliggende en verre consequenties te doen zien, ze geestelijk te doen aanvaarden.
Grotius' volkenrecht staat aan de deur en het klopt. Drie eeuwen heeft men het laten kloppen. Nog is het slot niet om, maar de grendels zijn reeds teruggeschoven.
Geen vrijheid voor de Staten om goed of kwaad te doen, maar hun daden gemeten naar stipte regels van recht en onrecht; handgemeen tussen Staten geen vechtspel, maar een misdaad, die om betraffing schreit: ― ziedaar wat Grotius geloofde met zijn gehele ziel.
Het is niet alleen aangenaam of mogelijk voor ons om meer dan alle anderen tot de vredesconferenties bij te dragen, maar het is onze internationale plicht.