Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te strijden,
Maar om mijn trots en steun te zijn en wijs en goed.
Wie waagt het met een zwaard zijn handen te ontwijden,
Waardoor een dierb're zoon van and'ren sterven moet?
Het is geen tijd meer voor gevecht en moord.
Geen oorlog zou meer op deez' aarde woeden,
Als uit de mond der Moeders werd gehoord:
"Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te strijden".
ik had een wapenbroeder, geen dapperder dan hij
de oorlog riep ons samen, de trommel sloeg – wij kwamen
en gingen zij aan zij – en gingen zij aan zij
ik had een wapenbroeder, ik heb hem nu niet meer
hij is in de strijd gebleven, hij verloor zijn jonge leven
viel op het slagveld neer – viel op het slagveld neer
er vielen duizendtallen op 't bloedig veld van eer
omdat zij als soldaten hun broederplicht vergaten
die zegt: de wapens neer! – die zegt: de wapens neer!
Ja broeder, 'k zie u weder, dat leningt mijn verdriet
daar waar geen angst of vrezen of oorlog meer zal wezen,
daar kent men 't scheiden niet – daar kent men 't scheiden niet
Antimilitaristische versie van een tijdens de Eerste Wereldoorlog populaire smartlap, waarin de dood op het slagveld en het weerzien in het hiernamaals wordt bezongen als iets begerenswaardigs. In een van de oorspronkelijke versies luidt het refrein in het tweede couplet: "Wat minde hij mij teer – wat minde hij mij teer." Er bestaat ook een meer kuise versie waarin op de voorzieningheid van de Heer wordt gewezen. Een en ander verklaart zeker het thema van Maarten het Harts roman Ik had een wapenbroeder, die over een homoseksuele relatie van twee dienstplichtige soldaten gaat.
Vrede, spreid gij uw zachte vleugels
over de donkere aarde heen,
over de moeden en gewonden,
over de duizenden, die verzwonden,
over al de snikkende monden
die verbleekt zijn van geweld
Vrede daal gij uit lichte sferen
Waarheen gij vluchtet voor onze wereldsmart;
daal over hen, die U hebben verraden
en over de dwazen, die op U smaadden
en over de blinden, die om U baden
daal - daal gij weder in ons hart.
Vrede spreid gij uw zachte vleugels
Over de donkere aarde heen -
Over de moeden en de gewonden,
Over de duizenden, die verzwonden,
Over al de snikkende monden,
Die verbleekt zijn van geween!
Vrede daal gij uit de lichte sferen,
Waarheen gij vluchtet voor deze wereldsmart,
Daal over hen, die u hebben verraden,
En over de dwazen, die op u smaadden,
En over de blinden, die om u baden,
Daal - daal gij weder in ons hart!
Opdat uw liefde daar weder wone,
Opdat uw liefde ons weer genas -
Liefde bove' onze ijdele wenschen,
Liefde over alle ijdele grenzen,
Liefde alleen, van mensch tot menschen,
Die eindelijk leerden wat liefde was!
Mijn stem mocht in den Krijg in schotte tonen donderen,
Maar Vrede! ik heb geen taal voor uw bemin'lijkheid.
Doordringe uw toverkracht de zielen met uw wonderen,
En maal u-zelve af in de oogsten, die gij spreidt.
Gij koningen, gereed den Vredeband te knopen,
Vereeuwigt dezen band. Europa vreest het juk!
't Vertrouwde u; laat ons hart niet vruchteloos van u hopen,
Verzekert ons de Rust en 't ongestoorde Geluk!
Mijn ziele lang gewoond by de genen
die den vrede haten. -- Psalm CXX, 6.
Wie zijn zy die den Vrede haten?
Wie, dan uw haters, VREDEVORST?
Wie, dan die woedende onverlaten
Wier ziel naar bloed en gruwlen dorst?
Wie dan verraad en oproerstokers,
Wie moedwil vorstenthronen sloopt;
wie pijlen ramm'len in hun kokers,
In 't gift des Lasters ingedoopt?
Hun door 't Geweld gepeesde bogen
Gewapend door Verdelgingzucht,
Staan reeds in de ijzren vuist gebogen,
En drijven 't moordtuig door de lucht.
Hun doel is 't hart der Godgezinden;
Maar, vlei u, trotsche Razerny!
Verspreid door d'adem van de winden,
Snort ons hun ijdle zwerm voorby.
Wat doet, wat hebt gy voor, Vermetelen?
Wat wilt gy u in dien overmoed
Op Rijks- en Kerkgestoelte zetelen,
En schoppen 't outer met den voet.
Wat durft ge die hun God belijden,
Wat, God in zijn Gezalfden Zoon,
Door 's Afgronds legermach bestrijden,
En steken de Almacht naar de kroon?
Balddadigen, van hoogmoed dronken,
In ontucht, list, en smaad en volleerd,
Wat braakt ge op ons de Helsche vonken
Waarvan u 't ingewand verteert?
Gaat, steekt de bloed- en moordstandaarden
Van 't Jakobijnendom weêr op;
Ontbloot de in 't bloed verbeten zwaarden;
En huldigt uwen Afgodspop!
Wy, in de Mogendheid des Heeren,
Aan Jezus voeten neêrgeknield;
Wy, die geen Heidensche Outers eeren,
Wy weten, wie uw hart bezielt!
Wy zien, wy hooren, 't grijnzend loeien
Der vlam die uit zijne schiet,
Zijn muil van Helsche kolen gloeien;
Maar beven voor dien Moloch niet.
Wat zoudt Gy 't Christenhart vertsagen,
Dat, boven aard en wareldlot
Op vleugels van 't Geloof gedragen,
Met al 't geweld die moordgrub spot!
Neen, waant die rots niet op te stooten,
Niet af te breken door uw macht,
Die 't Godlijk Bloed heeft overvloten,
Des Offerlams, voor ons geslacht!
Ontzinden, vest uw ranke stoelen
Op stapels van verbrijzeld puin!
Gy moogt ze met ons bloed bespoelen,
Maar wacht uw opgestoken kruin!
Ja, schiet vrij 't harnas om de leden,
De God van ons betrouwen leeft;
De Bergen schudden op Zijn treden;
De vlakte schokt en de afgrond beeft.
Hy leeft, de ontzachbre Gruwelwreker,
Wiens machtige arm het wit niet faalt.
Zijn bliksemschichten treffen zeker,
Al heeft uw voorhoofd zich verstaald.
Zijn oog, vol zachtheid, gunst en zegen,
Slaat met een wenk Zijn vijand neêr;
En -- treedt Hy u gewapend tegen,
Verwatenen, gy zijt niet meer!
"Vrede" zei het kind
"Vrede" zei de generaal
maar het klonk anders
Een Amnesty-kaars
is voor sommige mensen
het enige licht
Ik heb me veertig jaar
geleden stil gemeld bij de poort
van de kazerne in het noorden
van het al lang bevrijde land
Daar moest ik een soldaat worden
met een groen pak aan
op een soort kleine tank
om zo de oorlog na te bootsen
Bij een loket kreeg ik een mitrailleur
uit België maar ik bedankte
voor de eer en kreeg een brede bezem
om de sneeuw op een appélplaats te
vegen
Een legerpredikant nam me mee
naar dichte Drentse bossen
en gaf me sherry en wilde samen
met mij naar het wapen gaan
Na een nacht in de ziekenboeg
in een te grote pyjama mocht ik
naar een legerarts die me na
wat tranen een S5 aanbood
Na zestien dagen heb ik de kazerne
stil verlaten en zwaaide af
met groot verlof: nooit zou ik
het land nog mogen verdedigen
Niet tegen Chinezen
niet tegen de Russen
en nooit meer mocht ik
rijden op een kleine tank
Een norse kapitein vertelde me
tussen snor en neus en lippen door
dat ik een waardeloze soldaat was
die zich nog lang moest schamen
Ooit soldaat geweest
terwijl ik op een vliegdekschip
naar de Cariben wilde
als oom Jan op de kruiser de Ruyter
Op een winterse ochtend naar Assen
per groene boemel opgekomen
een zandhaas in een kille kazerne
langs een eindeloze Drentse vaart
Niet langer burger maar militair
in dienst van het land, kruipend
over lage paden, schuchter saluerend
voor meerderen op wacht
Wapen geweigerd, woedende kolonels
een nacht in de slapeloze ziekenboeg
een arts die me bang maakte voor mezelf
en in de morgen een S5 gaf als cadeau
Er viel geen oorlog te winnen
met mij mopperde de kazerne
geen helm paste op mijn hoofd
geen wapen in mijn handen
Daar moet veel strijds gestreden zijn,
Veel kruis en leeds geleden zijn,
Daar moeten heil'ge zeden zijn,
Een nauwen weg betreden zijn,
En veel gebeds gebeden zijn,
Zal 't op deez' aarde vrede zijn.
Ei zie, een drop, die holt geen steen
En dat slechts door de tijd alleen;
En 't muisje, dat geduldig bijt,
Doorknaagt een kabel mettertijd.
Zo ge overwinnen wilt - en elk wil dat om 't meest -
Zo overwin... den oorlogsgeest.
Als de staten 't onrecht haten,
('t Onrecht laten!)
Door belangzucht niet verblind
Als een band van trouw hen bindt,
Broeders niet alleen in schijn, -
Dàn eerst zal er vrede zijn.
Was ik geen dichter, ik was het geworden,
Door het horen van uwe schone naam.
Alles wordt stil, wat machteloos in mij morde.
Dit is mijn land en hier rijden wij saam.
Het lijkt
alsof de voorbije nacht
iedere dorst heeft gelaafd
de dag breekt aan met licht
en vogelstemmen
vreemd aan het oor
in de verte
de weifelklank van een rietfluit
een ochtendgebed
voor Shiva, voor Boeddha
of voor welke godheid ook
zo vredig lijkt deze ochtend
als vond na al die eeuwen
het mensdom eindelijk vrede
eindelijk rust.
Mevrouwen, dames en mijnheren
Gaat u allen meecreperen?
Neemt revolver en geweer,
Leven is geen mode meer!
Komt u toch eens uit uw sleur,
Werpt u voor een mitrailleur;
Op alle hoeken van de straten
Kunt u zo uw leven laten.
Kinders kan ik aanbevelen
Gaat met handgranaatjes spelen,
Want dat flauwe sneeuwbal gooien
Is een koud spel zonder dooien.
Hooggeplaatsten en fanaten
Doen het met atoomgranaten;
Met de luchtmacht en de vloot
Zaaien zij begrip en dood.
Stuurt zelf Rode Kruis pakketten
Met een zending kruisraketten.
Geeft uw kinderen een traktatie
Met een contra-indicatie.
Sterft u liever puur natuur,
Neem slangengif of mierenzuur
Er groeien overal wel bessen
Om voor het laatst uw dorst te lessen.
De enigen die men mag sparen
Zijn de massamoordenaren.
En, wie pas morgen wil verrekken
Laat zich met een tijdbom wekken.
Zelfs de vrek neemt een besluit
En blaast de laatste adem uit;
Heerlijk is het om te sterven
Als niemand meer van je kan erven.
Mevrouwen, dames en mijnheren,
Gaat u allen mee creperen?
Gooit het bijltje er bij neer,
Leven is geen mode meer!
Wij willen verbeiden
Na 't bloedige strijden,
Na 't bittere lijden
Den beteren tijd!
Heldendaden,
't Leven schenkend, niet de dood;
Niet gepleegd om mee te prijken
In verwaande landchronijken;
Heldendaden, die niet schaden,
Die zijn groot.
de oorlog begint
hun armen vormen bunkers
rondom hun kinderen
gesneuvelde soldaat
ook zijn moeder wordt geraakt
elke dag opnieuw
I didn't raise my boy to be a soldier.
I brought him up to be my pride an joy.
Who dares to place a musket on his shoulder,
To shoot some other Mother's darling boy?
Let nations arbitrate their future troubles,
It's time to lay the sword and gun away,
There'd be no war today,
If mothers all would say:
"I didn't raise my boy to be a soldier".
Vrije vertaling door M.J.C.O. te 's Hage:
Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te strijden,
Maar om mijn trots en steun te zijn en wijs en goed.
Wie waagt het met een zwaard zijn handen te ontwijden,
Waardoor een dier'bre zoon van and'ren sterven moet?
Laat arbitrage ons voor zulk een ramp behoeden,
Het is geen tijd meer voor gevecht en moord,
Geen oorlog zou meer op deez' aarde woeden,
Als uit de mond der Moeders werd gehoord:
"Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te strijden".
Eens Mesopotamie, tweestromenland
Uit Eufraat en Tigris geboren
Babylon, uitverkoren
Hangende tuinen, immens blauwe torens
Vernietigt, ´verloren´, verworden tot as...
Uit ´t vuur van de tijd, opnieuw geboren,
Herrezen Feniks – Irak – lijdt.
Nacht over Irak, eenzame nacht,
Pikzwarte, lege nacht over Bagdad
Verborgen – z´n licht heeft de maan,
Geen ster houdt de wacht –
Zwart is de nacht,
Bagdad wacht.
Wanhoop in ´n hart,
´n Angstig mens wacht, wat gebeurt er vannacht?
Starende donkere ogen, ´n gerimpelde hand.
´n Bidsnoer glijdt rusteloos door z´n wachtende hand.
Vol vertrouwen vult ´t kind z´n lege andere hand
In de heetzwarte nacht,
Ijzig koud, zwaar is ´t hart
Waar geen zonlicht meer wacht
Diep in de nacht
Zwarte hemelnacht
Hoog in de lucht, ontbloeien vurige bloemen,
Verlichten de nacht.
Hemelse bloemen spatten huilend uiteen,
Sirenes loeien.
Bagdad wacht
Groen wordt de nacht
Vuurgiftige bombloemen verspreiden, spreken van macht
De nacht wordt ´n misdadige, bloedrode dag.
Lichtbombloemen bloeien sprookjes van agressie van vuur in de lucht.
Bombloemen vallen uit een vliegtuig dat lacht
Slingeren sprinkhanenbommen naar Bagdad,
Vreten alles kaal vol agressie, uit honger naar macht.
Waar zijn gebleven de man met ´t kind?
Weg is Bagdad
Wat blijft is de rouw, zwart is de nacht.
Gif vult de Eufraat.
De Tigris huilt bloed.
Nacht over Bagdad
Zwarte, eenzame nacht over Irak
Aandachttrekkende krantenkoppen,
Een vetgedrukt woord
OORLOG
Flitsende televisiebeelden,
Groot ondertiteld een woord,
OORLOG
Kind - je vraagt me
Wat betekent dat woord,
Wat is oorlog?
Ik heb geen woord voor dat woord
OORLOG
Ik wil je beschermen
maar je vraagt me een woord te verwoorden
Dat jouw kleine wereld verstoort,
met alleen maar het woord
OORLOG
Hoe kan ik je zeggen
Oorlog is het woord
Waarin de Mens is verdwaald.
Oorlog is het woord
waarmee de Mens wordt gebruikt en misleid.
In de naam van het Vaderland, de President
In de naam van de Eer en de Roem
In de naam van God, in de naam van Allah
Daar waar de naam van de Al-Ene vals wordt gebruikt
Daar waar in naam van De Ene
Het duivelse Spel van Haat, Macht, Geweld wordt gespeeld
Daar is verloren de Mens
In OORLOG
Kind – hoe kan ik je vertellen
van de mensen, de kinderen in oorlogsgebied
van hen die hebben geen keus
van hen die is ontnomen het woord
van hen, middenin
Midden in oorlogsgebied
Zij die ´t ondergaan
Zij die ´t zien
Zij die ´t voelen
Inhun pijn, hun verdriet
Wordt de oorlog verwoord
Daar waar de ene mens moordt
En de ander wordt vermoord
Daar Is het Woord
OORLOG
Ik ben de Stem van een Kind,
ergens een kind.
Waar ook ter wereld,
Ik ben de stem van een Kind.
Onschuldig kind,
Wereldkind,
ergens een kind,
kind uit Irak - HOOR ME! LUISTER! -
Ben Ik een Kind met een Stem?
Ben Ik een Kind zonder Stem?
Ik ben de stem van een Kind,
zomaar een kind,
Ergens een kind,
Ik ben een Kind met een Stem - ZONDER STEM -
Ik ben een kind,
Mijn stem wordt niet gehoord.
Mijn stem wordt niet geteld.
Ik ben een Kind met een Stem.
Niet gehoord, niet geteld.
Ik ben een Kind, zonder stem.
Op deze aarde
Ben Ik een Zonnekind,
gekomen om te groeien - IN LIEFDE, IN VREDE -
Me ontplooien, uit te bloeien.
Mijn kindertijd te spelen.
Vrij, zonder angst te leven
Blij! Even - Kind Zijn.
Ik ben een kind met een stem,
Vol vreugde, onschuldig, blij.
Mijn stem, wil jubelen, wil zingen,
over het wonder aller dingen,
Een wolkje in de lucht, de blauwturkooise zee.
Mijn hond, de poes, de regenworm,
een vlinderdansje rond een bloem.
Een aai en een kus.
Twee veilige armen waarin ik ´s avonds rust.
Ik ben de Stem van de Droom van een kind,
Van vrede, van simpel geluk, van zomaar een kind - ERGENS -
Ik ben de Stem van een Kind.
Voel de dreiging die nadert.
Lucht, zwaar, geelgrijs, vol vrees.
Dondertaal rolt knallend - IK WIL HET NIET HOREN! -
Oorlogsbliksem doorklieft - IK WIL HET NIET ZIEN! -
- HAAT ONTSTAAT -
Ik ben een kind, fluister.
Ik kan niet meer spelen, niet meer slapen,
Voel dreiging, Haat.
Ik ben een kind en stilaan raakt mijn stem verloren
In die atmosfeer van Haat.
Ik ben de Stem van een Kind.
Ik ben de stem, die klaagt aan,
Jullie Groten, Groten der aarde
In jullie waan, eigenwaan, waanzin.
Mijn stem klaagt jullie aan.
De stem ven een kind, mensenkind -ERGENS -
Klaagt aan!
Jullie KLEINE Groten, denkbeeldige heersers op aarde,
jullie "grote", kleine, machtswellust -JULLIE HAAT -
Jullie geweld, hebzucht, oorlogszucht.
Vernietigers der aarde, creators van Haat.
Ik, de Stem van een Kind, vraagt
Waar zijn de echte, de Groten, die weten: -REGEREN IS MOGEN DIENEN IN WIJSHEID TOT WELZIJN VAN AL -
Regeren is samen respectvol beheren,
in dienst zijn van Al.
Waar zijn jullie Groten?
Verhef jullie stem, -SAMEN
Met de Stem van ergens een Kind.
Met een stem voor de Vrede
Wordt de stem van een kind, ergens in de wereld - NU IN IRAK, GEHOORD, GETELD?
OF?
Een Kind zonder Stem?
Ergens ter wereld, nu in Irak,
Door de Groten vermoord.
Voor alle kinderen,
Speciaal voor de kinderen van Irak-Palestina, Tsjetjenië- Afghanistan en Israël.
De vrede bouwt, de dolle krijg verwoest;
Recht zij, die staag den vrede wensen.
't Is beter, dat het zwaard verteerd wordt door den roest,
Dan dat 't blinkt in wonden en moorden van de mensen.
Maar als de ware Vrede eens praalt met zijn banieren
Dan zal een ander' geest de volkeren bestieren;
Dan woont een andre lust in 't edelmoedig hart;
Dan wordt het goed en 't kwaad niet onder een verwart.
Denkend aan Holland
Zie ik brede stromen
Mensen traag door oneindig
Laagland gaan
Rijen ondenkbaar veel mensen
Op zoek naar een veilig bestaan
Op de vlucht voor oorlog en geweld
Is het triest met hen gesteld
Waar, vragen zij, zijn wij terecht gekomen
Welkom geheten met dode varkens in bomen
Met vuurwerk, eieren en stenen
Tolerantie en broederschap lijken verdwenen
Ook het nuanceren is verbannen
Door schreeuwende boze mannen
Die krijsen Nee tegen een AZC
Is dit het beschaafde landje aan de zee
Het vlakke land met steeds diepere kloven
Ik kan het haast niet meer geloven
Vrij naar Marsman 's Herinneringen aan Holland
Ieder heeft het gehad,
Niemand heeft 't geschat
Zoet was de bron, die laafde in 't verleden,
O, hoe klinkt het sim'le woordje "Vrede" heden!
Is dat niet dat in God/Allah gelovige mensen met
elkaar bidden in plaats van de hersenen in
timmeren zoals dat weer volop gebeurt in het
het Israelisch-Palestijns conflict?
Wat is dan in vredesnaam een heilig land voor
joden, christenen en moslims?
Is het dan niet zinniger om samen te bidden
In plaats van elkaar bestoken met wapens,
historische, politieke, theologische
argumenten onder het motto:
De Eeuwige wil het
God wil het
Allah wil het
Hoe zou het Middenoosten er uit zien wanneer
Joden, christenenen en moslims samen het volgende zouden bidden:
Moge de Eeuwige, God, Allah ons allen zegenen en behoeden
en mogen wij elkaar zegenen en behoeden;
Moge de Eeuwige, God, Allah ons Zijn gelaat toewenden en
genadig zijn en mogen wij ons gelaat elkaar toewenden en tot
genade zijn;
Moge de Eeuwige, God, Allah, Zijn oog op ons gericht houden en
vrede naderbij brengen en mogen wij onze ogen op elkaar gericht
houden en tot vrede zijn.
Moge de Eeuwige, God, Allah dit land zegenen en behoeden
en mogen wij gezamenlijk dit land zegenen en behoeden;
Moge de Eeuwige, God, Allah Zijn gelaat dit land toewenden
en genadig zijn en mogen wij gezamenlijk ons gelaat dit land
toewenden en genadig zijn;
Moge de Eeuwige, God, Allah Zijn oog gericht houden en onze
Harten verblijden opdat wij er vrede mogen stichten.
Waer sijt ghij vorsten, die alleenlijck om te woeden
Met bloedtvergieten staegh, Uw nemmersatte swaerdt
Voer in den vuiste? daar 't
Gegeven is tot dwang der muytighe gemoedr'en?
Ik zeid' in goeden ernst, komt d' oorlog weer te blaken,
Daar zal een' menigte van arme-lui vergaan.
Vergaan? antwoord' een snaak; weest daar niet in begaan,
Den oorlog zal wel haast weer ander' armen maken.
ontroostbaar verdrietige
wapens
van Chinese makelij
en joods masochisme
gestraft door begrip
en
onvermogen
in en om
een geïsoleerde ruimte
voor konijnen
en andere dierenlief...
hèbbers,
van machtige deelverzamelingen
vol van wijsheid en
verbijsterend duister (nis, da capo al fine)
DETRUIR: dit-elle, geeft
manipuleren en zwart-wit (gemeen) plaatsen,
kastelen in bergen met
dood (van)
slag op slag
en spelletjes met vuur
zoals vermoorden van konijnen
met ROOD of niet?
Et pourquoi nous haïr
et mettre entre les races
des bornes ou des maux
qui'abhorre l'oeil de Dieu.
De frontières au ciel
voyons-nous quelque trace?
Sa voûte a-t-elle un mar,
une borne, un milieu?
Uit: la Marseillaise de la Paix
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke gezeik over die kutoorlog.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achtelijke gezeik over dat kutvoetbal.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van die achterlijke geloven en kutgeloofjes.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke gezeik over die kutvergrijzing.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke sprookje van dat kutkoningshuis.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke gezeik over die economische kutcrisis.
En toen kwam er een idioot
die schoot mij dood
omdat ik mijn mening had ontbloot.
En de meute prevelde
eindelijk zijn we van hem bevrijd!
O! 't zoude een dag zijn blijde en prachtig
En heerlijk feestgetij op aard,
Als eind'lijk stoffe was gegeven
Tot lied en lof op 't laatste zwaard.
In het Egyptisch paviljoen
van de Biënnale van Venetië
hangen duizenden
zwarte en witte duiven
ze verbeelden de wereldvrede
straks als alle bezoekers
weg zijn
vliegen zwarte duiven
naar de landen in oorlog
witte duiven zoeken naar
de bedreigde gebieden
op aarde
de vredesduiven strooien
zaadjes
in de harten van de mensen
morgen bloeit daar
een bloem van hoop
overmorgen een bloem
van vertrouwen
daarna komt de bloem van liefde
die weet dat er maar één weg is
naar het hart
alle mensen zijn broeders en zusters
stop de spiraal van geweld
start de dialoog
spreek, spreek, spreek
luister, luister, luister
drink en eet samen
Als in een winterlandschap
eensklaps
een zonovergoten deken
de aarde omhelst
heb ik het gevoeld
hoe het zou kunnen zijn
een nieuw begin
opstaan als een sneeuwklokje
lengende dagen
licht
over de bedreigde aarde
een droom van vrede
ik heb het gezien
een zon die blijft schijnen
een witte duif
die opvliegt
en de aarde
die zich
omdraait
Kom, broeder, wendt uw hoofd niet af,
Maar druk mij weêr de hand:
Straks gaan wij beiden over 't graf,
Naar 't zelfde vaderland.
Werd slechts de helft der thans schrik'bre werelmacht,
De helft der schatten, die naar hof en leger stromen
Besteed om 's mensen geest te lossen uit de nacht
Van dwaling - Oorlog waar' verjaagd naar 't rijk der dromen.
Toen ik ontwaakte, was 't donkere nacht.
Naast mijn leger hield een vreemdeling de wacht.
Een Pruis - dus een vijand! "Où suis-je?" Zo klonk
aarzelend mijn vraag. - Meelijden blonk
in des Duitsers blauw oog. Hij bukte over mij:
"Te Wörth! Bij de Beijeren!" fluisterde hij.
"Et mes frères?" vroeg ik. "Où sont-ils, mes frères?"
En ik sprak den naam van Canrobert!
Met ontbloten schedel sprak hij dan:
"Gemitrailleerd tot den laatsten man!"
De kurassiers van Canrobert
Dit gedicht werd gemaakt door een Israëlische dienstweigeraar Natan Blanc die werd vrijgelaten op 16 november 2012, bij het begin van het offensief tegen Gaza.
I arrive in Tel Aviv just in time
For the siren deepbreathing leftover jail-
Zen I notice the woman scratch-
breathing whispering to the driver
to let her go, let me out, where is the nearest shelter
Europe sometime chuckles
Another man says maybe its a drill
And then a woman says no I heard
A boom
And in the back of the bus the two kids
Are still making out.
Right now, there are people
Burning. There are people
Burning. There are people
Burning.
We protest in a small
Huddle with limpid slogans
Stop it
Slogans of vertigo
We are falling
Sideways and there are people burning
accross the street they sing
the nation lives the nation lives
And kids my little sister's age
Are being sent off
Burn and be burned
The way of the war.
Hoe gelukkig zijn de volken
Daar een zon van vrê de wolken
Van de krijg, die altijds woed
Wegschuift en verdwijnen doet!
Daer moet veel strijdts gestreden zijn;
Veel kruys en leedts geleden zijn;
Daer moeten heyl'ge zeden zijn;
Een nauwen wegh betreden zijn;
En veel Gebedts gebeden zijn,
Soo langh wij hier beneden zijn:
Soo sal 't hier na in vreden zijn.
Schoon is de mei, met bloemen zonder tal,
Schoon is de seeg' met haar bekranste sweerden;
Maar die de kroon moet dragen bovenal,
Schoon is de vreê, de schoonste op de eerden.
Schoon is het gout het schoonste der metalen
Schoon t'alebast, en t'luchtige crystal,
Schoon is het licht wanneer de son gaet dalen,
Schoon t'elpenbeen, en t'rosenroot coral,
Schoon is de mey met bloemen sonder tal,
Schoon is de Seeg' met haer becranste sweerden,
Maer, die de croon moet draeghen boven al,
Schoon is de vree de schoonste opder eerden.
Sinds lang bevocht de grave Gent de vrije stede,
en grave en Gentenaars verlangden naar de vrede;
men staakte moord en brand, en op een zeekren dag,
ter vrije vreê gereed en eerelijk verdrag,
reên Gentenaars, gemanteld en in 't goud geregen,
den hertog-graaf Filip aldoor de velden tegen.
't Klaroen schelt in de verte en Gents gezanten staan.
Te midden stuivend stof naârt statig langs de baan
de trotsche grave en rond hem, prachtig om te aanschouwen,
de bonte stoet der heeren en der eedle vrouwen.
De Gentsche poorters, fier en hunner stede weerd,
begroetten heusch den stoet, maar bleven op hun peerd.
En prachtig reed de schare binnen Doorniks wallen,
en spreidde bont en weemlend door de wijde hallen
rondom den gouden zetel waar met trotschen zin
ging tronen d'hertog met der lieve gemalin.
De Gentsche poorters kwamen, en een hunner zeide,
daar hij, met hoofschen groet, een handschrift openleide:
"Heer grave, vrouw gravin, u groet uw goede steê,
en biedt u, zoo 't u mag gelieven, deze vreê,"
en las het pergament. De grave in korte rede
zei alles was hem wel en dat hij schonk de vrede.
"Maar," voegde hij er bij, "daar ge ongehoorzaam en
weêrspannig zijt geweest mij die uw heere ben,
zoo zult gij knielen om de vrede die 'k belove."
Die grave was een waal gekweekt ten franschen hove.
De Gentenaars en roerden niet, en eenen stond
was alles stille en zweeg verwachtend in het rond.
"Heer graaf," zei een gezant, "geen een van ons wil knielen."
Filip, vrij spreken ongewend en vrije zielen,
schoot uit en riep: "Dan krijgt gij mijne vrede ook niet!"
Zijn vlaamsche gemalin een zucht ontsnappen liet
en keek, half wondrend, half bedrukt, naar de gezanten.
De hovelingen wezen hun van alle kanten
dat zij op staanden voet den knieval zouden doen:
want d'hertog beefde er bij. Maar kalm, gerust en koen,
de Gentsche poorters spraken hem in korte rede:
"Heer grave, geef bescheid! Wat melden wij der stede?"
De hovelingen mordden grimmig: "Ongehoord."
De hertoginne keek bedrukt en sprak geen woord.
Filip schoot woedend uit, verweet den Gentenaren,
al wat men in Parijs van Vlaandren wist te maren,
verweet hun hooveerdij en wederspannigheid,
maar bovenal dier ijzren koppen koppigheid,
en: "Laat ons proeven wie van ons zal koppigst blijven,"
riep hij, "of neen, hoe ver ge uw koppigheid zult drijven!
Den knieval of den oorlog onverbiddelijk!
-- 't Waar':" knieval of de dood, "ons antwoord bleef gelijk."
Het antwoord hong ter lip, maar de eedle gravenede
zeeg bij Filip ten gronde en zuchtte smeekend: "Vrede."
Filip keek neder en het zoete wezen zag
dat smeekend, bijna weenend, hem te voete lag,
en voelde liefde en woede worstlen in zijn ziele.
"Sta op," sprak hij bewogen, maar zijne oogen vielen
op 't kalm gelaat der Gentsche poorters daar voor hem.
en schoten schichten. Maar weêr bevend klonk de stem
der lieve teedre vrouw die zuchtte en smeekte: "Vrede!"
Filip en kon niet meer. "O trotsche trotsche stede."
sprak hij, "gaat aan, en dankt uw vreê mijn gemalin."
En groetend hoofsch hun grave en dankbaar hun gravin,
gerust en kalm vertrokken de eedle Gentenaren.
Helaas, waar is der Oudren fierhied nu gevaren!
't Was winter en 't wierd avond. In de kerk was 't donker nacht.
Een broeder, de lanteern in hand, ging sluiten, als hem dacht,
met hoofd en lijf geleund lijk een die doodmoe is van reizen,
een spilde mansgestalte langs een pijler te zien rijzen.
Hij deed zijn sleutels ruttelen en hij rammelde aan de poort.
Doch roerloos bleef het staan alsof het niets en had gehoord,
gelijk een dode of wel een spook. Zeer bang en zeer godvruchtig,
sloeg de arme broer een kruis drij vier, besproeide zich geduchtig,
met water uit 't gewijde vat, en stapte toe. Het licht
verschrok de dove. Hij keek op, en toonde een aangezicht
zo mager als de Honger, als het Lijden zo getrokken,
en toch zo onverklaarbaar schoon met zijne grijze lokken,
dat men er van bewondering wel bij gekregen had
zo prachtig, lijk een vlamme door een oud albasten vat,
doorstraalde die verstorvenheid de meesterschap der rede.
'Mijn broeder, wat begeert gij?' vroeg de lekebroeder. 'Vrede!'
verzuchtte diep die vreemde man, en leunde op de pilaar.
Gauw vezelde de broer de lijst der 'beste paters,' maar,
alsof een pletterende overmacht hem langs die pijler plantte,
stond hij die vrede zocht daar doof en stom. Zijn naam was Dante.
De kinderen op de binnenplaats
speelden oorlog,
ze speelden hun oorlog
luid en schel.
Vanuit het venster
riep ik ze toe:
speel toch eens vrede!
Ik hoopte dat ze dan
minder lawaai zouden maken.
De kinderen beneden
op de binnenplaats waren enthousiast:
Laat ons vrede spelen!
Brulden ze
als uit één mond.
En ze overlegden
wat te doen,
gisten en maakten
alweer ruzie
en dan riep
een ukkepuk
naar mijn raam toe:
oom, hoe speelt men vrede?
Vertaling Germain Droogenbroodt
Bush, baas van het kwaad,
slechts uit op eigen baat,
lugubere held
van het precisiegeweld.
Van MAGERE HEIN de bode,
In de mond "Gij zult niet doden"
Met zijn druk op de gruwelknop
Start de dodendans volop.
0p tonen van moordlustig gebral,
vechtmachines in aanval,
hersenloos opgehitst
door een superterrorist.
Dood en woestenij
om de wereldheerschappij.
Controle op de oliekraan
Dat staat bovenaan.
Mensenlijven uiteengereten.
Bush, wil je daarvan weten?
Moeders, huilend om honger en dood.
Laat het je koud, idioot?
Bush, jij bedrieger in naam van God.
Niks democratie, maar ordinair wapencomplot
en straks een derde wereldbrand.
Jij, gangster, zonder verstand.
Slaven Balkenende en Blair,
in eigen gebied voos autoritair
lallen met de meester mee.
Neen, tegen pais en vree.
Wie brengt de monsters tot rede?
Heel het volk roept om vrede.
Tegen deze en elke oorlog.
De argumenten zijn kiezersbedrog!
Eist harde plicht, dat gij een vriend bevecht,
Verwin! - maar geen trofee blijv' tergend oprecht.
Jij had de vrede lief
een leven lang
en zag een wenkend perspectief
jij had de wijsheid en de kracht
en wist de waarde van geweld
Je hebt het honderd keer verteld;
geweld vernielt
geweldloosheid schept
een monument voor jou
hebben wij voor jou
in onze herinnering gedacht
Dit gedicht werd geschreven door Cees v.d. Steen van het Vredesplatform Ijmond en voorgedragen door Siets Schoonbergen bij de crematie van Dini.
..........Volksmenners kweken
rozen in parken. De beurs wordt overgenomen
door muzikanten. De god van Abraham lacht het hardst
om de grappen die over hem worden gemaakt. Valse
profeten rukken hun opgeplakte baarden af,
vallen jankend travestieten in de armen.
eerder staat dat Amsterdam een stad is waarin "waakhonden met slingers worden versierd" en "burenruzies uitlopen op bruiloften en levenslange vriendschappen"
Kijk, daar gaat de vrede.
Iedereen springt op.
Waar? Daar! In die blauwe jas!
Ze drukken hun neus tegen het raam,
leunen op elkaars schouders.
Hij is heel klein.
Ze hebben hem nog nooit gezien.
Ze roepen: vrede! vrede!
hij hoort hen niet,
verdwijnt uit hun gezicht.
,
Papaverbloed
op het groene gras
op de modderheuvels
gaan ze sterven
poppies' blood
on the green grass
on the hills of mud
away they pass...
gevallen bladeren
na de oorlogsstorm
zandstenen zerken
op groene heuvels
fallen leaves
after the warstorm
sandstone tombs
on green hills
's avonds laat
vult een mist
de vallei
zonder te beseffen
verstikt hij ons
als een duistere macht
op de velden
liggen onze lijken
en onder het gras
een bruine aarde.
Yperite
late at night a mist
fills the valley.
without knowing
it suffocates
like a dark power.
on the fields
our dead bodies
and under the grass
a brown soil
toen jullie
naar het front
trokken
waren jullie
levende helden
en nu
liggen jullie
op de heuvel
waar alleen
papavers bloeien
een doodskist
ben je
in het midden
van het bos
een waarschuwing
voor diegene
die vrede
predikt
en oorlog
maakt
Ik heb een harnas aangetrokken
En een leger gevonden van liefde en goede wil
Mijn vriendsoldaat Tom
Is een amerikaan met een pas aangevallen harnas
Ik geloof dat hij nu hard vecht
En vrede en gerechtigheid hersteld wil zien
Maar nu ook....
Ik heb ook een vriendsoldaat in Afghanistan
Ik ken zijn naam wel niet
Heb hem nooit ontmoet of direkt gesproken
Maar ook hij draagt een harnas van liefde en goede wil,
Ik weet het, dat vrede en gerechtigheid ook hem na staan
Nou schijnt er een burgeroorlog te zijn uitgebroken
Een trieste situatie, waarin kwaad en kwaad samengaan
Zal dat nu blijven toeslaan?
Of doet een geloof in wereldwijde eenheid
Het juiste leger verdergaan
Ik legde 't boek ter zijde
Bij 't duistren van den dag,
En staarde naar de weide,
Die voor mij open lag;
Ik zag het zwarten van het gras,
Waar 't door de zon verlaten was,
Het avondlijk gebeuren
Van sterven en verkleuren.
Een koele wind streek over
De weiden en 't gerucht
Van 't lichtbewogen loover
Doorruischte de avondlucht.
Toen, voor den nacht, die komen ging,
Kwam eene lichte huivering,
Als wind door popelblaren,
Mij door de ziel gevaren.
Ik dacht, hoe ook mijn leven
Als deze dag vergaan
En einden zou en even
Deed dit mij droevig aan.
Als zand, dat door de vingers glijdt,
Verging mijn lente en zomertijd,
En mijn najaarsdagen
Vergaten vrucht te dragen.
"Ik kom met leege handen" ...
Maar al mijn bitterheid
Verging in 't zachte branden
Van Gods afwezigheid,
Die ruischte door de stilte alom
En zachtkens sprak mijn ziel: "Ik kom,"
- En zoet scheen mij die schande -
"Ofschoon met leege handen ..."
Als wind door popelbladen,
Bewoog zich iets in mij,
Als waar met Zijn genade
Mijn God mij zeer nabij.
Mijn handen rustten in mijn schoot,
Mijn hoofd was naar het avondbrood,
Dat blinkend was gebleven,
In stil geluk geheven.
"Gij zult mijn dagen vullen
Met Uw zeer zoet gemis
En mijne nachten hullen
In Uwe duisternis..."
Ik zag het zwarten van het gras,
Waar 't door de zon verlaten was,
En kon niet eens betreuren
Dit duistren en verkleuren.
Die mijns harten vrede zijt.
En de eenig ware ruste,
Reine bron van klare lusten,
Zuivre zon van zaligheid -
Laat mij willen en niet willen,
Wat Gij wilt en niet en wilt,
Blijde gaande door het stille
Leven in uw vreê verstild.
Buiten U is niets dan strijd,
Niets dan moeiten, niets dan zorgen -
Laat mij, in Uw rust geborgen,
Slapen gaan in eeuwigheid.
De aard wordt straks één. De volken zijn als groepen
Van d' eenen bond, die heel haar bol beheerst,
Door land, door zee streeft trein, streeft vloot om 't zeerst,
Naar 't wisselend doel, waarheen z'elkander roepen.
Opschrift beurs van Berlage
Jonge Jongens Van Soldaten
Vinden na de laatste hinderlaag
Na de laatste openluchtaanval
De hysterische boel verminkt & verloren.
De Dichter Donald Vander Domoren
Schrijft met met krullen versierde letters:
Omarm mij nog 1 keer.
Tegen de razende terreur.
Tegen de blazende wreedaards.
Het harde labeur.
En de kleur van hongersnood & dood.
Tegen de nachtmerries met bloedende Jonge Jongens Van Soldaten.
Omarm mij nog 1 keer.
Op het Woodrow Wilsonplein.
In de stilte van het Groot Begijnhof.
Ik raak op jou niet uitgekeken.
Holtedier ik verzorg je koekje met suiker en meel.
Mengsel van tarwe en rogge.
Mengsel van zand en klei.
En uit niets dan tromgeroffel verschijnt een schaduwbeeld.
Daarna uit struikgewas een grimas.
Een trommelslag als sein voor de o-benen van het monsterlijk monsterlijk.
Een lijkkleed van een onverlaat.
Abrupt bloeden dieren dood.
Bot bij bot breken de waterhoofden.
Jonge Jongens Van Soldaten
Hebben weet van de maden in mekaar
Na de uitkomende witte knoken
En de ploerten van de vijand.
De Dichter Donald Vander Domoren
Schrijft met met krullen versierde letters:
Welnee, jij bent niet verantwoordelijk.
Jij bent lief aantrekkelijk.
Jij bent lekker amoureus.
Fraai eerste keus, lekker hapje.
Warm mondjevol.
Waar heb je pijn?
Heb je koorts?
Bloed je?
Kom op, de lente lacht naar jou.
Het is zo logisch evident als:
Adolf Hitler is een klootzak.
Heinrich Himmler is een klootzak.
Kom op, de zomer zoent je zomaar.
De herfst huilt hangoren in het achterland.
De winter wordt nooit warm, hehe.
Ook Google Weetal weet dat allemaal, binnen de 0,07 seconden.
Wij willen wereldvrede, kortweg w w w.
Voor Alle mensen van de aarde, alle dieren ook.
Voor België (je bent best wel aardig hoor, komkom).
Voor Bloemen, bomen, planten.
Voor Carlsberg Beer want Carlsberg Beer is borstvoeding op flessen.
Voor Clarise Starling van de film (er is nog zoveel moois Clarise Starling
van de film).
Voor Dexters Tanja (geen cellulitis aan de achterzijde, en of).
Voor Diego Maradona want Diego Maradona is de max aller tijden.
Voor Eddy Merckx want niemand is sterker dan Eddy Merckx, behalve dan
Mike Tyson.
Voor Eva Pauwels (geen braadvetdijen, geen cholesterolproblemen, en of).
En zo kunnen wij nog lang doorgaan.
Wij hebben echt zoiets van: niet zeiklullen: wereldvrede.
Of is dat kutverdomme teveel gevraagd misschien?
Wij willen wereldvrede, kortweg w w w.
Voor God want God ziet ons, hier vloekt men niet (geloof het of niet).
Voor Guido Belcanto en zijn leuke liedjes.
Herbebos de wereld vinden wij ook een keitof idee.
Voor Hollywood en de hoofdstad van Indonesië: Djakarta.
Voor I love you want in onze hoofden is het altijd van I love you.
Voor Jethro Tull, Johan Sebastiaan Bach en John Travolta.
Voor Kennedy: love no war voor Kennedy.
Voor Kylie Minogue (wij hebben jullie nog zo gewaarschuwd jongens).
Voor Liefde als een liefde uit een liefdesroman en voor Lotenhulle.
Voor Lucebert: zijn kruimels, zijn rok, zijn universum.
Wij hebben echt zoiets van: en vergeef ons onze schulden.
Gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
Wij willen wereldvrede, kortweg w w w.
Voor Matteüs 7,7: zoekt en ge zult vinden; klopt en er zal worden
opengedaan.
Voor Mekka: de meest heilige stad van de moslims.
Voor Miss Lichtstoet van Ledeberg.
Voor Naastenliefde: het zal er ooit wel van komen: naastenliefde.
Voor Naomi Campbell, ook al zijn er veel andere wijven op de wereld.
Voor Oostende aan het Noordzeestrand, ook deze zomer.
Voor Pacino Al, bekend van 'The Godfather' films.
Voor Robbe De Hert: cinema Robbe, allemaal cinema.
Voor Sint-Martens-Latem (de kloof tussen arm en rijk wordt groter!).
Sorry voor Srebrenica, sorry voor Dubrovnik (skelet aan skelet aan skelet).
Wij hebben echt zoiets van: wij willen geen woord ruzie meer horen
broeders en zusters.
Of de koude komt, de eeuwige koude van de Eskimo's.
Wij willen wereldvrede, kortweg w w w.
Voor Tegen de engerds en de eenzaamheid, dat spreekt vanzelf.
Voor The Rolling Stones, The Red Hot Chili Peppers.
Voor Tong aan tong te tongzoenen.
Voor U want u zijt wellekome: u bent het van het.
Voor Vogels, vissen, vlinders, veldkikkers.
Voor Vrouwtjesdieren, voor varkens.
Voor Walter Baseggio, Winston Churchill, Willy Sommers.
Voor de Warme stem van kardinaal Danneels.
Voor de Zijrivieren van de Schelde: Leie, Nete, Durme, Dender (wij
vergeten er nog).
Zelf hebben jullie zeker ook wel een aantal leuke ideeën?
Wij hebben echt zoiets van: wij hopen dat niet alles naar de kloten is.
Want morgen komt er weer een dag tot voorbeeld van leven (en breekt het
tumult los).
Mijn hoofd
Mijn buik
Mijn bloed & ik
Mijn hersenen
Mijn huid
Mijn hart & ik
WIJ WILLEN WERELDVREDE KORTWEG W W W
Wij vragen wereld begrijpt u Nederlands
Zo ja: wereld wij willen wereldvrede
Zo neen: leer Nederlands of vertaal wij willen wereldvrede
Wij vragen wereld is dit belangrijk
En wij antwoorden zelf: wereld dit is belangrijk
Aarde dit is van betekenis groot
WIJ WILLEN WERELDVREDE KORTWEG W W W
Voor de zon de ziedendhete zon boven u
Voor de wolken de dansende drijfnetten eromheen
Voor bomen bloemen gras
Wou dat de wereldvrede er al was
Voor de dieren in het gras
De dieren in de bloemen & de bomen
Voor de vogels in de wolken eromheen
In de zon de ziedendhete zon boven u
Wereld voor de zoveelste keer weer wereld
Wij vragen van links naar rechts
Wereld begrijpt u Nederlands
WIJ WILLEN WERELDVREDE KORTWEG W W W
Aarde ter zelfverdediging
Aarde ter zelfbevrediging
Aarde zeg het na met natte nijpende woorden
Zeg het luid of schreeuw het uit
ONS BASISRECHT IS WERELDVREDE
WERELDVREDE IS ONS BASISRECHT
De vrede, een schat bij velen onbekend,
Hij overtreft triomfen zonder end
d'Olijf behaagt mij boven den laurier,
Wat is de krijg - Een woest, verslindend dier!
Gij zocht de heilige Vrêe,
En vond haar al verblijd,
En greep'ze, maar helaas! voor eenen kleinen tijd!
Z'ontglipte U wederom.
Na de dood van Aartshertogin Isabella
Verleid door hun ego
trekken zij ten strijde
Baren wij
onze zonen hiervoor
Ook het schilderij is gemaakt door Marijke Vonk. Gedicht en schilderij behoren bij elkaar.
Meer werk van Marijke vindt u op haar website www.vonkverbeeld.nl
Ter gelegenheid van Internationale Vredesdag 2009 maakten kinderen van 8 t/m 12 jaar uit Sittard gedichten over ruzie en vrede stichten in hun eigen leefwereld. Vaak maakten ze er ook nog tekeningen en illustraties bij.
De meest aansprekende gedichten zijn opgenomen in een boekje dat u kunt kopen in onze webshop maar ook hier kunt downloaden (pdf 10 MB). Ze zijn leuk voor kinderen om te lezen en te bekijken, maar ook voor ouders en anderen die geïnteresseerd zijn in het denken van kinderen over dit onderwerp.
De gedichten zijn verzameld door Jenny Watson en uitgegeven door Pais met steun van de gemeente Sittard-Geleen.