ik had een wapenbroeder, geen dapperder dan hij
de oorlog riep ons samen, de trommel sloeg – wij kwamen
en gingen zij aan zij – en gingen zij aan zij
ik had een wapenbroeder, ik heb hem nu niet meer
hij is in de strijd gebleven, hij verloor zijn jonge leven
viel op het slagveld neer – viel op het slagveld neer
er vielen duizendtallen op 't bloedig veld van eer
omdat zij als soldaten hun broederplicht vergaten
die zegt: de wapens neer! – die zegt: de wapens neer!
Ja broeder, 'k zie u weder, dat leningt mijn verdriet
daar waar geen angst of vrezen of oorlog meer zal wezen,
daar kent men 't scheiden niet – daar kent men 't scheiden niet
Antimilitaristische versie van een tijdens de Eerste Wereldoorlog populaire smartlap, waarin de dood op het slagveld en het weerzien in het hiernamaals wordt bezongen als iets begerenswaardigs. In een van de oorspronkelijke versies luidt het refrein in het tweede couplet: "Wat minde hij mij teer – wat minde hij mij teer." Er bestaat ook een meer kuise versie waarin op de voorzieningheid van de Heer wordt gewezen. Een en ander verklaart zeker het thema van Maarten het Harts roman Ik had een wapenbroeder, die over een homoseksuele relatie van twee dienstplichtige soldaten gaat.
"Vrede" zei het kind
"Vrede" zei de generaal
maar het klonk anders
Ik heb me veertig jaar
geleden stil gemeld bij de poort
van de kazerne in het noorden
van het al lang bevrijde land
Daar moest ik een soldaat worden
met een groen pak aan
op een soort kleine tank
om zo de oorlog na te bootsen
Bij een loket kreeg ik een mitrailleur
uit België maar ik bedankte
voor de eer en kreeg een brede bezem
om de sneeuw op een appélplaats te
vegen
Een legerpredikant nam me mee
naar dichte Drentse bossen
en gaf me sherry en wilde samen
met mij naar het wapen gaan
Na een nacht in de ziekenboeg
in een te grote pyjama mocht ik
naar een legerarts die me na
wat tranen een S5 aanbood
Na zestien dagen heb ik de kazerne
stil verlaten en zwaaide af
met groot verlof: nooit zou ik
het land nog mogen verdedigen
Niet tegen Chinezen
niet tegen de Russen
en nooit meer mocht ik
rijden op een kleine tank
Een norse kapitein vertelde me
tussen snor en neus en lippen door
dat ik een waardeloze soldaat was
die zich nog lang moest schamen
Ooit soldaat geweest
terwijl ik op een vliegdekschip
naar de Cariben wilde
als oom Jan op de kruiser de Ruyter
Op een winterse ochtend naar Assen
per groene boemel opgekomen
een zandhaas in een kille kazerne
langs een eindeloze Drentse vaart
Niet langer burger maar militair
in dienst van het land, kruipend
over lage paden, schuchter saluerend
voor meerderen op wacht
Wapen geweigerd, woedende kolonels
een nacht in de slapeloze ziekenboeg
een arts die me bang maakte voor mezelf
en in de morgen een S5 gaf als cadeau
Er viel geen oorlog te winnen
met mij mopperde de kazerne
geen helm paste op mijn hoofd
geen wapen in mijn handen
Zo ge overwinnen wilt - en elk wil dat om 't meest -
Zo overwin... den oorlogsgeest.
De vrede bouwt, de dolle krijg verwoest;
Recht zij, die staag den vrede wensen.
't Is beter, dat het zwaard verteerd wordt door den roest,
Dan dat 't blinkt in wonden en moorden van de mensen.
Denkend aan Holland
Zie ik brede stromen
Mensen traag door oneindig
Laagland gaan
Rijen ondenkbaar veel mensen
Op zoek naar een veilig bestaan
Op de vlucht voor oorlog en geweld
Is het triest met hen gesteld
Waar, vragen zij, zijn wij terecht gekomen
Welkom geheten met dode varkens in bomen
Met vuurwerk, eieren en stenen
Tolerantie en broederschap lijken verdwenen
Ook het nuanceren is verbannen
Door schreeuwende boze mannen
Die krijsen Nee tegen een AZC
Is dit het beschaafde landje aan de zee
Het vlakke land met steeds diepere kloven
Ik kan het haast niet meer geloven
Vrij naar Marsman 's Herinneringen aan Holland
ontroostbaar verdrietige
wapens
van Chinese makelij
en joods masochisme
gestraft door begrip
en
onvermogen
in en om
een geïsoleerde ruimte
voor konijnen
en andere dierenlief...
hèbbers,
van machtige deelverzamelingen
vol van wijsheid en
verbijsterend duister (nis, da capo al fine)
DETRUIR: dit-elle, geeft
manipuleren en zwart-wit (gemeen) plaatsen,
kastelen in bergen met
dood (van)
slag op slag
en spelletjes met vuur
zoals vermoorden van konijnen
met ROOD of niet?
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke gezeik over die kutoorlog.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achtelijke gezeik over dat kutvoetbal.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van die achterlijke geloven en kutgeloofjes.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke gezeik over die kutvergrijzing.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke sprookje van dat kutkoningshuis.
Ik wou dat ik bevrijd werd:
van dat achterlijke gezeik over die economische kutcrisis.
En toen kwam er een idioot
die schoot mij dood
omdat ik mijn mening had ontbloot.
En de meute prevelde
eindelijk zijn we van hem bevrijd!
De kinderen op de binnenplaats
speelden oorlog,
ze speelden hun oorlog
luid en schel.
Vanuit het venster
riep ik ze toe:
speel toch eens vrede!
Ik hoopte dat ze dan
minder lawaai zouden maken.
De kinderen beneden
op de binnenplaats waren enthousiast:
Laat ons vrede spelen!
Brulden ze
als uit één mond.
En ze overlegden
wat te doen,
gisten en maakten
alweer ruzie
en dan riep
een ukkepuk
naar mijn raam toe:
oom, hoe speelt men vrede?
Vertaling Germain Droogenbroodt
Bush, baas van het kwaad,
slechts uit op eigen baat,
lugubere held
van het precisiegeweld.
Van MAGERE HEIN de bode,
In de mond "Gij zult niet doden"
Met zijn druk op de gruwelknop
Start de dodendans volop.
0p tonen van moordlustig gebral,
vechtmachines in aanval,
hersenloos opgehitst
door een superterrorist.
Dood en woestenij
om de wereldheerschappij.
Controle op de oliekraan
Dat staat bovenaan.
Mensenlijven uiteengereten.
Bush, wil je daarvan weten?
Moeders, huilend om honger en dood.
Laat het je koud, idioot?
Bush, jij bedrieger in naam van God.
Niks democratie, maar ordinair wapencomplot
en straks een derde wereldbrand.
Jij, gangster, zonder verstand.
Slaven Balkenende en Blair,
in eigen gebied voos autoritair
lallen met de meester mee.
Neen, tegen pais en vree.
Wie brengt de monsters tot rede?
Heel het volk roept om vrede.
Tegen deze en elke oorlog.
De argumenten zijn kiezersbedrog!
..........Volksmenners kweken
rozen in parken. De beurs wordt overgenomen
door muzikanten. De god van Abraham lacht het hardst
om de grappen die over hem worden gemaakt. Valse
profeten rukken hun opgeplakte baarden af,
vallen jankend travestieten in de armen.
eerder staat dat Amsterdam een stad is waarin "waakhonden met slingers worden versierd" en "burenruzies uitlopen op bruiloften en levenslange vriendschappen"
De vrede, een schat bij velen onbekend,
Hij overtreft triomfen zonder end
d'Olijf behaagt mij boven den laurier,
Wat is de krijg - Een woest, verslindend dier!
Gij zocht de heilige Vrêe,
En vond haar al verblijd,
En greep'ze, maar helaas! voor eenen kleinen tijd!
Z'ontglipte U wederom.
Na de dood van Aartshertogin Isabella