Eerste vredesorganisatiesvan 1800 tot 1900 |
|
Als reactie op de verwoestingen die de legers van Napoleon alom in de wereld aanrichtten werd in 1815 the New York Peace Society en in 1819 in Engeland de English Peace Society opgericht. Pogingen om ook in Nederland daarvan een afdeling te stichtten mislukten in 1844. Wel ontstonden er plaatselijk kleine vredesgroepen van Quakers, doopsgezinden, liberalen en socialisten. De achtergrond van deze groepen was zo verschillend dat van samenwerking geen sprake was. De verhalen over de Krim-oorlog (1855) en de Frans-Duitse oorlog van 1870 waren aanleiding tot een sterke groei van de vredesgroepen.
Daarnaast was de radicaal socialistische beweging onder leiding van de toen nog Lutherse Dominee Domela Nieuwenhuis (1846-1919) zeer actief. Domela liet in 1879 het eerste nummer van "Recht voor Allen" verschijnen. De beweging wilde de gewone burger, de arbeider, mobiliseren. Door de onwil om te vechten en de weigering wapens te fabriceren zou oorlog onmogelijk worden. In 1897 werd de "Wereldbond voor Vrede en Vrij Internationaal Verkeer" opgericht, met als strategie oorlog te voorkomen door vrijhandel. De belangrijkste vernieuwing kwam echter van de oprichting van de "Vrouwenbond" in 1898. Door haar propaganda en door het oprichten van plaatselijke afdelingen groeide de vrouwenbond in 1 jaar van 2000 tot 10.000 leden.
In 1899 deed de Russische Tsaar aan Koningin Wilhelmina het voorstel een internationale vredesconferentie te houden om tot volkenrechtelijke afspraken te komen en om arbitrage bij internationale conflicten verplicht te stellen. Dat werd het eerste "Hague Appeal for Peace". De Haagse conferentie was voor de vredesbeweging van groot belang. Niet zozeer vanwege de resultaten. Die werden ook niet zo verwacht van de regeringsleiders. Domela Nieuwenhuis wantrouwde de goede bedoelingen van de initiatief nemers. Maar door de conferentie in ons land werd het streven naar vrede en het bevorderen van arbitrage een belangrijk punt in de politiek. Het geloof in succes groeide daardoor sterk en daarmee de ledenaantallen. In Duitsland, Oostenrijk en de Scandinavische landen ontstonden vredesgroepen en in Engeland, Frankrijk en Nederland kwamen er nieuwe bij.
Zo ontstond er een radicale vredesgroep rond het blad Vrede. Eén van de oprichters, J.K. van der Veer weigerde in 1896 schuttersdienst in Middelburg en is de eerste principiële dienstweigeraar. De groep keerde zich niet alleen tegen oorlog en tegen verheerlijking van de staat maar koos ook voor een persoonlijk leven zonder geweld. Daarmee was deze groep ook de eerste geweldloze groep. De ideeën van de groep waren geënt op de ideeën van Tolstoj.
Lew Nikolajewitsj Tolstoj, die leefde van 1828-1910, werd door de Krim-oorlog tot het pacifisme bekeerd. Hij stelde in zijn boeken gerechtigheid en vrede centraal en kwam op grond daarvan tot een nieuwe moraal. |
|
hoofdmenu
info museum
uw reactie
Laatst gewijzigd: 19 augustus 2004 |