Mírzá Ḥusayn-‘Alí Núrí

Bahá’u’lláh, geboren als Mírzá Ḥusayn-‘Alí Núrí op 12 november 1817 in Teheran, Perzië (nu Iran), was de stichter van het bahá’í-geloof, een religie die de eenheid van de mensheid, universele vrede en harmonie tussen religies benadrukt. Hij werd geboren in een adellijke familie, maar verwierp een leven van luxe om zich in te zetten voor spirituele zaken en sociale rechtvaardigheid.

(Onderaan staat de volledige biografie)

Mírzá Ḥusayn-‘Alí Núrí is ingedeeld in de categorie:

Mírzá Ḥusayn-‘Alí Núrí

Photograph of Bahá’u’lláh in 1868.

Biografieën

Per:

In 1844 sloot Bahá’u’lláh zich aan bij de Bábí-beweging, die een hervorming van de islam predikte en de komst van een nieuwe boodschapper van God aankondigde. Hij werd al snel een prominente leider binnen de beweging, maar dit leidde tot vervolging door de Perzische autoriteiten. In 1852 werd hij gevangengezet in de beruchte Siyáh-Chál-gevangenis, waar hij een mystieke ervaring had waarin hij zich geroepen voelde als de nieuwe boodschapper van God.

Na zijn vrijlating werd Bahá’u’lláh verbannen en bracht het grootste deel van zijn leven in ballingschap door in het Ottomaanse Rijk, met zijn laatste jaren in Akko (nu Israël). Hier schreef hij vele belangrijke werken, waaronder de Kitáb-i-Aqdas, het heiligste boek van het bahá’í-geloof. Bahá’u’lláh stierf op 29 mei 1892, maar zijn leringen leven voort en worden wereldwijd gevolgd door miljoenen bahá’ís.