Geweldloze communicatie
Marshall B. Rosenberg (1934-2015) was een Amerikaanse psycholoog die betrokken was
in de burgerrechtenbeweging in de jaren zestig, met name bij het desegregeren (zodat zwarte en blanke mensen naar dezelfde school konden) en bij bemiddeling tussen studenten en de administratie v.d universiteit. Zijn inzicht was dat de onderliggende motivatie voor onze acties het (proberen te) voldoen aan onze behoeften is. Dit begrip leidde tot de ontwikkeling van vier stappen om verbinding te maken met de ander, waarin ieders behoeften worden gecommuniceerd. Hij noemde zijn werk geweldloze communicatie en schreef verschillende boeken die nu over de hele wereld worden gebruikt.
Het centrum voor Geweldloze Communicatie certificeert trainers wereldwijd. Op hun website staat:
“Door de praktijk van Geweldloze Communicatie kunnen we leren om te verduidelijken wat we observeren, welke emoties we voelen, naar welke waarden we willen leven, en wat we
aan onszelf en anderen willen vragen. We hoeven niet langer de taal te gebruiken van schuld, oordeel of overheersing. We kunnen het diepe plezier ervaren bij te dragen aan elkaars welzijn.”
In het geweldloze communicatieproces zijn er vier stappen, observatie, gevoel, behoefte en verzoek, die je met de volgende openingswoorden kunt toepassen:
1. “Als ik . . . zie/hoor”
Beschrijf wat er feitelijk is gebeurd, wat je ziet of hoort, zonder interpretatie.
b.v. “Als ik kleren op verschillende plekken in de kamer zie liggen. . .”
2. “Voel ik me. . .”
Beschrijf een gevoel of sensatie, in plaats van een gedachte of geloof.
b.v. “Ik voel me geïrriteerd / gestrest / gefrustreerd”
3. “Omdat ik behoefte heb aan…/ …. zou willen”
Leg de basis van je gevoel uit, zonder de schuld te geven aan de andere persoon.
b.v. “Omdat ik in een net huis wil wonen / ik graag verantwoordelijkheid zou willen delen om voor ons huis te zorgen.”
4. “Zou je bereid zijn om. . .”
Beschrijf concrete acties die je zou willen nemen.
b.v.: “Zou je bereid zijn om je kleding van de grond te halen en ze in de kast te doen voordat onze vrienden komen?”
Tip: wees zo specifiek mogelijk en formuleer jezelf proactief (maak een voorstel om iet te doen, ipv. iets te laten).
Enkele voorbeelden van behoeften zijn: veiligheid, rust, begrip, steun, creativiteit, effectiviteit. Het is belangrijk om een behoefte te onderscheiden van een strategie. Bijv. Je kan behoefte hebben aan onafhankelijkheid, en een strategie daarvoor kan zijn je eigen inkomen te verdienen, maar ook je eigen keuzes kunnen maken, je eigen mening kunnen vormen etc. Inkomen of geld is dus geen behoefte. Waarom wil je dat geld? Keuze vrijheid kan wel een behoefte zijn en geeft soms net een ander gevoel dan het woord onafhankelijkheid. Voel dus welk woord voor jou het beste past. Je gesprekspartner kan ook vragen naar je behoeften en gevoelens en je zo helpen om het precies uit te pluizen.
Een ander punt voor oplettendheid is dat je geen beschuldigingen uit wanneer je je gevoel omschrijft. Bijv. “ik voel me afgewezen, genegeerd, voor gek gezet, bedrogen…” etc. Dit zijn allemaal oordelen en geven niet echt aan wat je nu voelt. Je voelt je misschien kwaad, verdrietig, beschaamd, geïrriteerd, angstig, gestrest etc. Wanneer we gevoelens hebben die ongemakkelijk zijn, komt dat omdat een behoefte die we hebben niet is voldaan. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat we ons gelukkig, prettig, vrolijk, verbaasd, verrast, dankbaar etc. voelen omdat er juist wel aan een behoefte voldaan is. Je gevoelens leiden je dus tot je behoeftes en die geven je weer informatie om na te denken over verschillende strategieën.
Je bent zelf verantwoordelijk om zo goed mogelijk in je eigen behoeftes te voorzien. Je kunt zowel een verzoek maken aan jezelf als aan een ander, en het staat de ander vrij om ja of nee te zeggen. Je stelt geen eisen, maar een vraag. Wanneer de ander de mogelijkheid ziet om bij te dragen aan jouw welzijn, dan zal bijna iedereen dit ook doen. Als je een nee hoort op jouw verzoek, betekent dit dus niet per se dat ze niet willen bijdragen aan jouw welzijn, maar dat de strategie die jij voorstelt voor hen niet werkt, omdat zij een andere behoefte hebben. Zoek dus altijd naar een strategie die werkt om ieders behoeften te kunnen vervullen. Dit heet ook wel een ‘win-win oplossing’.
In Nederland zijn er honderden trainers in geweldloze communicatie. Soms wordt het ook wel verbindende of empathische communicatie genoemd. Kijk daarom eens verder op internet voor de mogelijkheden om een training te volgen of meer te lezen. Ook handig zijn de lijsten met gevoelens en behoeften van het Center for nonviolent communication, zodat je meer voorbeelden hebt die je helpen je vocabulaire uit te breiden.