Herstelrecht

Herstelrecht, (rechtvaardigheid die herstellend werkt, in het Engels Restorative Justice) is uitgegroeid tot een plausibel alternatief voor het strafrecht. Het belangrijkste doel van het strafrecht is de dader van een misdrijf te straffen. Het slachtoffer heeft slechts de rol van getuige. Bij het herstelrecht gaat het om een dialoog tussen slachtoffer en dader over de schade die door een misdrijf is aangericht en hoe deze te herstellen. Herstelrecht beoogt dus de betrokkenen zelf te laten (mee)beslissen over wat er moet gebeuren na een delict of conflict. Het doel van dit proces is, behalve om het veroorzaakte leed en de aangerichte schade zoveel mogelijk te herstellen, ook ervoor te zorgen dat het niet opnieuw gebeurt en dat de toekomst weer tegemoet kan worden getreden met zo min mogelijk emotionele ballast.

Iemand die een overtreding heeft begaan wordt in herstelrecht gezien als een denkende medemens, wat leidt tot vragen zoals: waarom deed hij/zij dat? Wat kunnen we nu doen om ervoor te zorgen dat hij/zij dat niet meer hoeft te doen? En, het belangrijkste, wie heeft schade opgelopen in dit proces en hoe kan die pijn worden aangepakt? Hoe kunnen we de gemeenschap genezen?

Wanneer een persoon iemand of een groep mensen heeft gekwetst, is het aan de gemeenschap om de pijn van de dader en het slachtoffer te verzachten. Er worden dus vaak meerdere mensen betrokken bij een herstelrechtsdialoog of ‘cirkel’. De hele gemeenschap doet aan introspectie om te zien waar ze mogelijk hebben bijgedragen aan de noodzaak van kwetsend gedrag, zoals bijvoorbeeld armoede of dakloosheid.

Je zou ook kunnen zeggen dat de houding in herstel recht is: Waarom doe je wat je doet? Weet je niet dat we je nodig hebben als een van de goede mensen in deze gemeenschap? Wat zou je moeder denken? Kom terug in de gemeenschap. Terwijl met strafrecht de houding een tegenovergestelde is, in plaats van kom terug is het: ga weg. En het gaat niet zo zeer om het waarom.

Herstelrecht is in Californië toegepast in verschillende scholen, om beter om te gaan met overtredingen van leerlingen. Er werd gevonden dat schorsing met 60-80% omlaag ging nadat de scholen herstelrecht hadden geïmplementeerd. Bovendien is het een stuk goedkoper om een training te organiseren over herstelrecht zodat de school dit kan toepassen, dan de kosten voor het opsluiten van jonge delinquenten. Voor degene voor wie het al ‘te laat’ was, die wel in de gevangenis zijn gekomen, zijn er ook enkele herstelrecht cirkels opgezet en nadat gevangene door zo’n proces waren gegaan, beging slechts twee procent opnieuw een misdaad, terwijl het gemiddelde in de VS rond de 74% ligt (zieThe Third Harmony, by Michael Nagler).

Voor meer informatie over herstelrecht in Nederland kijk op http://www.restorativejustice.nl/

Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie

In mei 1995 kwam, na jarenlange onderhandeling tussen het African National Congress (ANC) en de Nasionale Party (NP), de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie tot stand. Vervolging van alle daders was onbegonnen werk, maar amnestie voor iedereen vond men ook onwenselijk. De kerngedachte van de commisie kan daarom samengevat worden als amnestie in ruil voor waarheid. De doelstellingen van de Truth and Reconciliation Committee (TRC) waren:

  1. een zo volledig mogelijk beeld schetsen van grove mensenrechtenschendingen begaan onder apartheid.
  2. persoonlijke amnestie verlenen aan misdadigers, zowel uit de kringen van het apartheidsregime als aan de kant van de vrijheidsstrijders.
  3. de waardigheid van de slachtoffers herstellen.

Dit laatste gebeurde door de slachtoffers de kans te geven hun ervaringen te vertellen en door vergoedingen voor te stellen ter compensatie van de gebeurtenissen uit het verleden en heden. m deze doelstellingen te verwezenlijken werden drie subcomités opgericht. Human Rights Violations Committee (HRVC) — hier konden apartheidsslachtoffers hun verhaal doen. De Amnesty Committee die — onder vooraf bepaalde voorwaarden — amnestie kon verlenen. En het Committee on Reparation and Rehabilitation, welke aanbevelingen moest doen aan de regering over vergoedingen aan apartheidsslachtoffers.

Het HRVC ontving rond de 22.000 aanvragen van slachtoffers — zo’n 2000 mochten uiteindelijk hun verhaal in het openbaar doen.Het HRVC rondde zijn werkzaamheden af in juli 1997. Op 19 oktober 1998 verscheen onder leiding van de voorzitter Desmond Tutu het eerste deel van het indrukwekkende TRC Report. In het rapport wordt apartheid veroordeeld als een misdaad tegen de menselijkheid. In maart 2003 werd het tweede deel van het TRC Report (het eindrapport) overhandigd aan president Mbeki. Dit eindrapport van de TRC bevat een enorme hoeveelheid informatie over het apartheidsverleden. Het eindrapport is bedoeld als feitelijke geschiedschrijving én als monument voor de slachtoffers van het apartheidsregime. De Amnesty Committee maakte in mei 2001 een einde aan haar onderzoeken.

De nadruk van de TRC op verzoening stond in schril contrast met de benadering van de processen van Neurenberg en andere de-nazificatiemaatregelen. De verzoenende benadering werd gezien als een succesvolle manier om met mensenrechtenschendingen na politieke verandering om te gaan. Bijgevolg hebben andere landen gelijkaardige commissies ingesteld, hoewel niet altijd met dezelfde reikwijdte. Een daarvan is de Commissie voor Nationale Eenheid en Verzoening van Ruwanda.

Commissie voor Nationale Eenheid en Verzoening Ruwanda

In 1999 startte Rwanda zijn Nationale Commissie voor Eenheid en Verzoening (NURC) om te werken aan een verzoening van de conflicterende partijen die betrokken waren bij de Ruwandese burgeroorlog en de genocide in Ruwanda, met het uiteindelijke doel de burgers van het land te herenigen. De Commissie werd in 2002 een permanent orgaan en zet haar functie tot op de dag van vandaag voort.

Een veel voorkomende misvatting is de associatie van het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR) met de Nationale Commissie voor Eenheid en Verzoening. Echter, het ICTR en zijn vervolgingen zijn initiatieven van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en houden geen verband met de Commissie of haar doelstellingen.

Het meest bekend van de activiteiten van de commissie is het Gacaca proces, rechtspraak waarbij lokale rechters door de gemeenschap worden gekozen om de gerechtelijke procedures voor te zitten. De Gacaca-rechtbanken werden in 2001 bij wet opgericht, begonnen in 2002 op proef te werken en uiteindelijk kwamen begin 2007 in het hele land rechtszaken.

De doelen van de Gacaca-rechtbanken zijn ‘waarheidsvertelling mogelijk maken’, ‘verzoening bevorderen’, ‘de cultuur van straffeloosheid uitroeien’, ‘het proces tegen genocideverdachten versnellen’ en ‘de eigen probleemoplossing van Rwanda aantonen’. Deze rechtbanken ‘moedigen overtreders aan om te bekennen, publieke verontschuldigingen te uiten en herstelbetalingen aan te bieden, waardoor de reïntegratie van daders in de Rwandese samenleving wordt vergemakkelijkt.’

De Gacaca-rechtbanken werden voorgesteld als een methode van overgangsrecht en zijn dus niet hetzelfde als herstelrecht, maar de doelstellingen komen wel deels overeen.

Ruwandezen zijn diep verdeeld over de voordelen van Gacaca. Aanhangers van de Rwandese regering (zowel buitenlandse academici als lokale Rwandezen) beweren dat het licht heeft geworpen op wat er in hun lokale gemeenschappen is gebeurd tijdens de 100 dagen van genocide in 1994. Veel Rwandezen die niet bij de regering aansluiten, zeggen dat het een manier is geworden om ‘leugens’ te verspreiden. De meerderheid van de lof voor Gacaca komt van de Rwandese regering en de Rwandese burgers die directe ervaring hebben met het systeem. Dit is natuurlijk een bevooroordeelde bron, maar het is belangrijk op te merken dat het degenen zijn die het meest getroffen zijn door de genocide in Rwanda die lof uitspreken en een gevoel van afsluiting, acceptatie en vergeving na de Gacaca-processen te zeggen ervaren. De Gacaca-processen dienden ook om verzoening te bevorderen door slachtoffers een middel te bieden om de waarheid over de dood van hun familieleden en verwanten te leren kennen en gaven daders de mogelijkheid om hun misdaden te bekennen, spijt te tonen en om vergeving te vragen in het bijzijn van hun gemeenschap.

De afbeelding met Desmond Tutu is gemaakt door Elke Wetzig (Elya) en afkomstig van deze wikipedia-pagina, alwaar hij aangeboden wordt met een CC BY-SA 3.0 licentie. De afbeelding is door het vredesmuseum bewerkt (bijgesneden) en het citaat (tekst) is er aan toegevoegd.