Geweldloosheid zit in de menselijke natuur

In 2019 verscheen het boek “De meeste mensen deugen” van historicus en journalist Rutger Bregman. Het werd al snel een bestseller in Nederland en is ook naar het Engels vertaald. Het boek is een kritiek op het vak sociale psychologie van onze tijd en op de manier waarop onze maatschappij ideologisch wordt beïnvloed door bevooroordeelde wetenschappers.

In vijf delen behandelt Bregman de geschiedenis vanaf de natuurstaat, nieuw realisme tot geweldloosheid. Hij begint met de theorie van de beruchte pionier in de sociaal psychologie Le Bon die beweerde dat mensen in nood hun dunne laagje beschaving afschudden en beestachtig en in totale paniek reageren.Met aantoonbare feiten weerlegt Brugman deze ideeën.Want na collectieve tegenslag volgt juist een vloedgolf van menselijke samenwerking.

De oorspronkelijke samenleving van jagers, verzamelaars en nomaden vormden groepen waarbinnen mensen gelijkwaardig waren, elkaar vertrouwden, alles deelden en geen oorlog voerden. (Tot 10.000 jaar terug hebben archeologen geen bewijs gevonden voor oorlog). Toen dezelfde groepen zich voor landbouw gingen binden aan een vaste plek, ontstonden bezit, regels, godsdienst, beveiliging en hiërarchie en zo veranderden de mensen.

In het artikel “De mens is een vreedzaam wezen“, van Anke Polak in het Vredesmagazine jaargang 13, nummer 3 (2020) kun je er meer over lezen. Het boek van Bregman zit vol overtuigende argumenten en onderzoek die verschillende claims op de ‘slechtheid’ van de menselijke natuur weerleggen. In plaats van deze hier te herhalen is het aan te raden het boek zelf te lezen.