Heb je vijand lief

Onder het kopje ‘vrede sluiten’ op deze pagina van de website kun je lezen over de ‘twee handen van geweldloosheid’. In het boekje “De twee handen van ja en nee” legt de familie Linn (John, Sheila en hun zoon Dennis) uit waarom zij deze twee handen zo bruikbaar vinden. Het boekje beschrijft de volgende anekdote:

Een groep vrienden waren samen iets aan het vieren, met wijn en kaas, op hun patio, voor het avondeten. Plotseling verscheen er een man met een pistool. Hij hield het tegen het hoofd één van de gasten, en daarna tegen dat van een andere gast. In eerste instantie waren alle gasten verlamd van angst. Eén vrouw weigerde zich geïntimideerd te voelen en zei tegen de inbreker: “We zijn hier [iets] aan het vieren. Waarom neem je niet een glas wijn en ga je even zitten?”

Zij paste hier dit toe: ze hield (figuurlijk) één hand op en zei: “Nee, ik doe niet mee met angst en geweld.” En ze gebruikte de andere ‘hand’ om die met vriendelijkheid naar hem uit te strekken.

Opeens veranderde de uitdrukking van het gezicht van de man. Hij stopte het pistool in zijn zak, ging zitten en dronk een glas wijn.

Na een tijdje vroeg hij: “Kan ik een knuffel krijgen?” Een van de gasten gaf hem een knuffel, en daarna nog iemand. De man vroeg: “Kunnen we een groepsknuffel doen?” en dus gingen ze allemaal om hem heen staan en omhelsden hem. De inbreker verontschuldigde zich en vertrok, met het glas wijn.

De groep vrienden, nog steeds geschokt maar opgelucht, aten hun avondeten. Toen ze de voordeur open deden om te vertrekken, zagen ze het lege glas, ongebroken, netjes neergezet op de rand van de stoep van hun steegje.

Het boekje vervolgt met een andere verhaal van de twee handen, van de Amerikaanse Burgerrechten Beweging. Een groep zwarte studenten die vreedzaam demonstreerde in Montgomery werden door de politie misleid om zich te verspreiden en werden toen geslagen. De politie stond twee uur geen ambulances toe om de studenten te bereiken. De chauffeur van een van deze ambulances reed naar Selma en vertelde de menigte van zwarte en witte activisten (die daar demonstreerde) wat er zojuist was gebeurd.

De frontlinie van de derde Selma Civil Rights March, maart 1965.

De menigte was ziedend van woede. Kreten gingen op: “laten we lopen!” Achter ons, aan de andere kant van de straat, stonden de Alabama staats troepen rank aan rank en de lokale politie troepen onder leiding van Sheriff Jim Clark, ‘jeukend’ voor ene gevecht. De situatie was explosief. Een jonge zwarte dominee pakte de microfoon en zei: “het is tijd dat we een lied zingen.” Hij opende met “Houden jullie van Martin King?”

“Zeker, Heer,” antwoordde de menigte. (“Certainly, Lord”)
“Houden jullie van Martin King?”
“Zeker, Heer!”
“Houden jullie van Martin King?”
“Zeker, zeker, zeker, Heer!”
En toen zong hij, zonder waarschuwing:
“Houden jullie van Jim Clark?”
“Ze-zeker, Heer,” kwam het verbaasde halstarrige antwoord.

“Houden jullie van Jim Clark?” vroeg de dominee opnieuw.
“Zeker, Heer!” het was sterker dit keer.
“Houden jullie van Jim Clark?”
“Zeker, zeker, zeker, Heer!”

De Eerwaarde Bevel nam de microfoon. We zijn hier niet alleen om voor onze rechten te vechten, legde hij uit, maar voor het welzijn van de hele samenleving.
“Het is niet genoeg om Jim Clark te overwinnen, hoor je me Jim? We willen je bekeerd. We kunnen niet winnen door onze onderdrukkers te haten. We moeten hen liefhebben om ze te veranderen.”

James Bevel en de menigte waren vastberaden om Sheriff Jim Clark en zijn troepen te weerstaan, maar ze waren net zo vastberaden om naar hen uit te rijken met liefde. James Bevel begreep hoe hij de twee handen kon gebruiken om de menigte op deze wijze te laten reageren op hun onderdrukker. Met één hand zei hij tegen de sheriff: “Geen haat meer.” Met de andere hand zei hij: “Wij hebben de kracht van liefde en we houden ook van jou.”