Boeddhistische Eco-monniken in Cambodja en Thailand

Ontbossing is een grote bedreiging in veel boeddhistische landen met een meerderheid, waaronder Thailand en Cambodja. Tientallen jaren van illegale houtkap hebben een negatief effect gehad op de lokale economie, voedselzekerheid en biodiversiteit. Een groep boeddhistische monniken en activisten in Thailand en Cambodja werkt echter samen om bedreigde bossen te beschermen, door boeddhistische beginselen te integreren met milieubewustzijn, regeringsfunctionarissen te raadplegen over milieukwesties en duurzaamheidsprojecten uit te voeren. Ze zijn ook betrokken bij de inwijding van bomen, die de afgelopen jaren in de hele wereld media-aandacht heeft gekregen vanwege de innovatieve en inspirerende boodschap over de heiligheid van de natuurlijke wereld.

In hun campagnes benadrukken de eco-monniken hoe het egoïstische en kortzichtige verlangen naar economisch gewin en versnelde ontwikkeling heeft geleid tot de uitbuiting van hulpbronnen. Zij zien het als hun plicht om traditionele religieuze concepten en rituelen in te zetten voor de hedendaagse ecologische behoeften.

Jarenlang hebben de monniken een wezenlijk verschil gemaakt door samen te werken met plaatselijke NGO’s om duurzame ontwikkelingsplannen op te stellen, onderwijsprogramma’s te ontwikkelen om alternatieve landbouwmethoden aan te moedigen die het land minder belasten, en boeren te voorzien van kennis, gereedschap en financiële steun om de economische omstandigheden van de dorpelingen te verbeteren.

De vooraanstaande eco-monnik Phrakhu Sangkom Thanapanyo Khunsuri heeft in zijn tempel in de oostelijke Thaise provincie Chonburi een traditionele landbouwschool opgericht: het Maab-Euang Meditatiecentrum voor een duurzame economie. Phra Sangkom, die veel fulltime studenten heeft, onderwijst de boeddhistische concepten van persoonlijke bezinning en een theorie die de Sufficiency Economy wordt genoemd en die door wijlen de Thaise vorst Bhumibol Adulyadej is ontwikkeld om zelfvoorzienende landbouw te bevorderen, zelfvoorziening aan te moedigen en onthechting van materialisme en consumentisme te leren.

In Bangkok geeft een andere eco-monnik, Phrakhu Win Mektripop, die een master in milieu-economie heeft behaald aan de Chulalongkorn Universiteit van Thailand, al jaren les over het onderlinge verband tussen boeddhisme en milieu. Veel Thaise universiteiten en NGO’s zijn in de voetsporen van deze monniken getreden door op de boeddhistische leer gebaseerde milieuwaarden te promoten bij boeren en bewoners. Het in Bangkok gevestigde International Network of Engaged Buddhists (INEB) is zo’n organisatie die boeddhistische en niet-boeddhistische sociale en milieuactivisten in heel Azië en de wereld met elkaar in contact brengt.

Thaise monniken leren hun Cambodjaanse tegenhangers ook om bossen te beschermen. Zo is de Cambodjaanse monnik Ven. Bun Saluth, hoofd van de Samrong Pagode in de provincie Oddar Meanchey, een pionier op het gebied van bosbescherming in Cambodja. Ven. Bun Saluth groeide op in een plattelandsdorp, als zoon van een boer, maar verliet zijn huis op jonge leeftijd om monnik te worden. Hij studeerde vijf jaar in Thailand, waar hij samenleefde met een groep eco-monniken, en keerde in februari 2002 naar huis terug met een visie om de bossen van zijn land te beschermen. Sindsdien is hij erin geslaagd 18.261 hectare bos in Oddar Meanchey te behouden. Voor zijn werk kreeg Ven. Bun Saluth in 2010 de Evenaarsprijs van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties.

De monniken die strijden voor het behoud van de Cambodjaanse bossen werken voornamelijk via twee grote groepen: de Monks Community Forest (MCF) en het Independent Monk Network for Social Justice (IMNSJ). Beide groepen strijden voor het behoud van bossen door strengere overheidsmaatregelen tegen ontbossing te eisen en bij wetgevers te lobbyen voor een betere bescherming van bomen.

Het IMNSJ heeft meer dan 5.000 monniken die lokale mensen leren hoe ze sociale media kunnen gebruiken om mensen bewust te maken van illegale houtkap door foto’s en video’s te uploaden en artikelen te publiceren. De monniken leren de plaatselijke bevolking ook wat zij kunnen doen om ontbossing te voorkomen. IMNSJ-oprichter en leider Vene. Buntenh is een hartstochtelijk voorstander van het voorkomen van ontbossing. Een van zijn zorgen is de bedreiging van Prey Lang, een van Cambodja’s grootste en oudste altijd groene bosgebieden, bestaande uit 3.600 vierkante kilometer bos, waaronder reusachtige luxe houtbomen, en de thuisbasis van ten minste 20 bedreigde plantensoorten en 27 bedreigde diersoorten. Grote delen van Prey Lang zijn reeds verdwenen om plaats te maken voor plantages, en illegale houtkappers hebben grote stukken bos in beschermde gebieden verwijderd.

Boominwijding

De milieu- en beschermingsactiviteiten van monniken in Thailand en Cambodja omvatten ook het uitvoeren van ceremonies voor de inwijding van bomen. De inwijding van bomen, overgenomen uit traditionele boeddhistische praktijken, is populair in veel landen met een boeddhistische meerderheid. Bomen krijgen een “kloosterwijding” en worden gewikkeld in de iconische saffraandoeken die Theravadamonniken dragen, waardoor ze heilig worden en de bomen worden beschermd tegen schade, vernietiging en ontbossing.

Hoewel de inwijding van bomen niet bestond in de tijd van de Boeddha, is het duidelijk dat de toegewijde teams van monniken ernaar streven om een “zuiver land” te creëren in het mensenrijk. Dit geëngageerde streven heeft geleid tot de organische ontwikkeling van de traditie van de boominwijding. Een kloosterkleed om een boom gewikkeld symboliseert het streven om niet alleen de ontbossing terug te dringen, maar ook om een natuurreservaat in het gebied aan te leggen.

Monniken en activisten in Thailand en Cambodja zijn echter ook onder vuur komen te liggen voor hun activiteiten. Ven. Buntenh werd in januari 2018 samen met twee andere burgerleiders beschuldigd van fraude, waardoor hij in ballingschap moest leven in de VS. In hetzelfde jaar keerde de hoogste patriarch van Cambodja’s monastieke sangha (gemeenschap) zich tegen de activisten door te zeggen dat monniken niet betrokken mogen zijn bij protesten en pagoden op te roepen hun deuren te sluiten voor degenen die dat wel doen.

Op een meer alledaags niveau blijven eco-monniken kritiek ontvangen over hun methodologie. Sommigen zeggen dat de prominente rol van monniken in wereldse of politieke zaken ertoe zal leiden dat jongere generaties monniken minder nadruk leggen op hun monastieke leven en praktijk. Het is een traditie van de Thaise monastieke sangha om conservatief te blijven in sociale kwesties, waarbij monniken zelden commentaar geven op onderwerpen met politieke implicaties. Thaise conservatieven zijn ervan overtuigd dat de rol van de monastieke sangha beperkt moet blijven tot het spirituele domein. Minder ideologische en meer pragmatische tegenstanders maken zich zorgen over een vijandige relatie tussen monniken en de regering als gevolg van herhaalde botsingen. De rol van het boeddhisme in de Thaise gemeenschappen als geheel is ook ter discussie gesteld door de toenemende betrokkenheid en controle van de overheid.

Niettemin houden de eco-monniken vol dat zij slechts het bewustzijn van afhankelijke oorsprong, zoals onderwezen door de Boeddha, willen bevorderen. Alle dingen bestaan door complexe oorzaken en voorwaarden, die op hun beurt de oorzaken en voorwaarden worden voor andere verschijnselen. Vanuit dit perspectief is de wereld een enorm web van onderlinge afhankelijkheid, waarin het welzijn van mens en milieu onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Individuen, gemeenschappen, bedrijven en regeringen moeten daarom in hun dagelijks werk rekening houden met deze realiteit om destructieve handelingen tegen de natuur te voorkomen. Dit is het uiteindelijke doel van de eco-monniken: het beschermen van de bossen en bomen voor het welzijn van het milieu en tegelijkertijd het elimineren van mentale bezoedelingen en het verlichten van menselijk lijden.

We leven in een wereld vol netelige en complexe kwesties die om nuance en gevoeligheid vragen. We mogen niet voorbijgaan aan de kracht van religie om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken, zoals milieuproblemen, oorlog en vrede, enzovoort. De activiteiten van eco-monniken herinneren ons aan de voordelen van geëngageerd boeddhisme. Ieder van ons kan deelnemen aan de strijd voor eco-waarden en religieuze waarden.

Bron: https://www.buddhistdoor.net/features/environmental-warriors-buddhist-eco-monks-and-tree-ordination/