Democratie
In het oorspronkelijke document over een cultuur van vrede van de UNESCO werd erop gewezen dat het bevorderen van democratische participatie en bestuur belangrijk is om de autoritaire machtsstructuren te vervangen die de cultuur van oorlog en geweld ondersteunen. Democratie en transparant en verantwoord bestuur zijn onmisbare fundamenten voor de realisatie van sociale duurzame ontwikkeling. En zijn dus van groot belang voor het bereiken en behouden van vrede en veiligheid binnen en tussen verschillende landen.
In Zuid-Amerika wordt hard gewerkt aan vormen van democratische participatie waarbij burgers rechtstreeks deelnemen aan de belangrijkste financiële beslissingen van de lokale overheid, zoals bijvoorbeeld ‘participatieve budgettering’. Participatieve budgettering (PB) is een democratisch proces waarin leden van de gemeenschap beslissen hoe ze een deel van een openbaar budget besteden. PB begon in 1989 in Porto Alegre, Brazilië, als een armoedebestrijdingsmaatregel die de kindersterfte met bijna 20% heeft helpen verminderen. Sindsdien heeft PB zich verspreid over meer dan 7.000 steden over de hele wereld en is het gebruikt om budgetten te beslissen van staten, provincies, steden, huisvestingsautoriteiten, scholen en andere instellingen.
In de vredesbeweging zijn er ook vaak stemmen te horen die de nadruk leggen op participatie en zich kritisch opstellen tegenover de ‘representatieve democratie’, waarbij de burger slechts één keer in de vier jaar vertegenwoordigers kiest en de meerderheid beslist wie de macht krijgt. Op nationaal niveau is er nog weinig veranderd. Maar wel hebben mensen geprobeerd om andere instellingen meer democratisch te maken, bijvoorbeeld door middel van ‘sociocratie’. Sociocratie onderscheidt zich door het gebruik van instemming, in plaats van stemming bij meerderheid, bij discussies en besluitvorming door mensen met een gedeeld doel of werkproces. De methode maakt gebruik van een hiërarchie van cirkels die overeenkomen met eenheden of afdelingen van een organisatie, maar het is een circulaire hiërarchie: de koppelingen tussen elke cirkel vormen samen feedbackloops door de organisatie. Deze structuur van verbonden cirkels die beslissingen nemen door middel van instemming, handhaaft de efficiëntie van een hiërarchie terwijl de gelijkwaardigheid van de cirkels en hun leden behouden blijft. De Sociocratische methode is in Nederland ontwikkeld door Gerard Endenburg en is gebaseerd op het werk van activisten en opvoeders Betty Cadbury en Kees Boeke.
Democratie houdt nauw verband met vrede, wat tot uitdrukking komt in de verwevenheid van verschillende domeinen van een cultuur van vrede: Democratische participatie is tegelijkertijd afhankelijk van en draagt bij aan de mensenrechten, de vrije stroom van informatie (transparantie), de gelijkheid van vrouwen en mannen en internationale vrede en veiligheid.
De Democratische Vredestheorie stelt dat democratische landen minder snel met elkaar in oorlog zullen gaan dan niet-democratische landen. Voorstanders noemen verschillende redenen voor de neiging van democratische staten om de vrede te bewaren, waaronder:
- De burgers van democratieën hebben meestal wat zeggenschap over wetgevende besluiten om de oorlog te verklaren.
- In democratieën houdt het stemgerechtigde publiek hun gekozen leiders verantwoordelijk voor menselijke en financiële oorlogsverliezen.
- Als regeringsleiders publiekelijk verantwoordelijk worden gehouden, zullen zij waarschijnlijk diplomatieke instellingen oprichten om internationale spanningen op te lossen.
- Door meestal meer rijkdom te bezitten dan andere staten, vermijden democratieën oorlog om hun middelen te behouden.
Echter, hoewel er recentelijk geen oorlogen waren tussen democratische staten, hebben democratieën wel degelijk deelgenomen aan oorlog. (Denk bijvoorbeeld aan alle oorlogen in Azië en het Midden-Oosten die de VS is begonnen). Een andere kritiek is dat waarschijnlijk andere factoren hebben geleid tot een grotere afkeer van oorlog tussen geïndustrialiseerde landen dan alleen democratie, zoals een hogere levensstandaard, minder armoede, werkgelegenheid, en meer vrije tijd en economische samenwerking. In deze omstandigheden hoeven landen elkaar niet langer te domineren om te kunnen overleven.
De historicus Harari zegt dat rijkdom vroeger voornamelijk materiële rijkdom was: tarwevelden, goudmijnen, slaven, vee. Dit moedigde oorlog aan, omdat het relatief gemakkelijk was om materiële rijkdom te veroveren door middel van oorlog. Tegenwoordig is rijkdom steeds meer gebaseerd op kennis. En je kunt kennis niet veroveren door oorlog. “Je kunt bijvoorbeeld de rijkdom van Silicon Valley niet veroveren door oorlog, want er zijn geen siliciummijnen in Silicon Valley – de rijkdom komt van de kennis van de ingenieurs en technici. En dus zijn de meeste oorlogen tegenwoordig beperkt tot die delen van de wereld – zoals het Midden-Oosten – waar rijkdom ouderwetse materiële rijkdom is, zoals olievelden.”
Economische welvaart lijkt dus een belangrijke factor die vrede in stand houd, vooral nu er met oorlog steeds minder economische voordelen te halen zijn. Echter, merkt Harari op, “Er zijn veel wijze mensen nodig om vrede te sluiten, maar het is soms genoeg om één dwaas te hebben om oorlog te voeren.” De balans is dus fragiel. Daarom is het ook zo belangrijk dat men investeert in een cultuur van vrede, om de normalisering en rechtvaardiging van geweld tot het verleden te laten behoren.
Vrije stroom van informatie
Nauw verbonden met democratie is de vrije stroom van informatie. Dit is nodig ter vervanging van de geheimhouding en manipulatie van informatie die kenmerkend zijn voor de oorlogscultuur. Wanneer geheimhouding toe neemt, wordt dat gerechtvaardigd in termen van ‘nationale veiligheid’ en ‘economisch concurrentievermogen’. Ook kan het worden gebruikt om incompetentie, fouten en onwettigheid te verbergen. Wat de reden ook is voor overheidsgeheimen en verkeerde informatie, het frustreert altijd de volledige democratische participatie van de burgerij.
De effectiviteit van”klokkenluiders” – zij die de stilte doorbreken en de waarheid openbaar maken – om de barrières van geheimhouding en propaganda te doorbreken, hangt af van de verspreiding van de informatie die zij verstrekken. Commerciële media kunnen weigeren deze informatie te publiceren en degenen die dat doen aan de kaak stellen. We zijn echter een tijdperk ingegaan van participatieve communicatiesystemen zoals internet, die directe uitwisseling van informatie, kennis en bewustzijnsontwikkeling van de mensen mogelijk maken. Naarmate de tijd verstrijkt, mogen we verwachten dat dit een steeds krachtigere kracht wordt voor de overgang naar een cultuur van vrede.
Bronnen: