Christo Brand &
Vusumzi Mcongo

logo

vergeving
verzoening

verhaal 3






foto Brand en Mcongo "We kunnen niet met gebroken harten leven. Mettertijd moeten we accepteren dat deze dingen met ons gebeurd zijn. Stilstaan bij het verleden brengt je alleen maar in verwarring."

Christo Brand was een van de cipiers die aangewezen was als persoonlijk bewaker van Nelson Mandela op Robben Eiland tussen 1978 en 1987.

In diezelfde tijd was Vusumzi Mcongo een politieke gevangene die een veroordeling van 12 jaar uitzat.

Na de ineenstorting van het apartheidsregime werken beide mannen nu voor het Robben Eiland Museum in Kaapstad.

Christo Brand:

De eerste keer dat ik Vusumzi zag waren we allebei op weg naar Robbeneiland. We kwamen er samen aan, op dezelfde dag in 1978. Ik was een bewaker. Hij was een geketende gevangene, op weg naar de zwaarst beveiligde afdeling. We spraken niet met elkaar. De eerste keer dat we echt met elkaar spraken was bijna twintig jaar later, toen we allebei solliciteerden naar een baan bij het Robbeneiland-museum. Toen omhelsden we elkaar. Nu we collega's zijn praten we over wat er fout was in het verleden. Soms lachen we om dingen die toen gebeurden. We zijn niet verbitterd.

Toen ik begon op Robbeneiland werd me verteld dat de mannen die we bewaakten niet beter waren dan dieren. Sommige bewakers haatten de gevangenen en waren erg wreed. Maar ik kon ze nooit haten, omdat deze politieke gevangenen veel beleefder en vriendelijker waren dan de gevangenen die ik daarvoor had ontmoet.

Uiteindelijk werd ik belast net de zorg voor de scholing van Nelson Mandela en een paar andere gevangenen. Mijnheer Mandela was vastbesloten van Robbeneiland een universiteit te maken. Dit betekende dat gevangenen die aankwamen met geen enkele opleiding, het eiland verlieten als goed ontwikkelde mannen. Hij bleef herhalen dat zo lang als je leeft, ze je opleiding niet van je af kunnen nemen. Hij was zelfs vastbesloten om Afrikaans te leren spreken en schrijven.

Mijnheer Mandela is het toonbeeld van vergevingsgezindheid, in staat om iedereen te bereiken.
Toen hij in de gevangenis zat, stierf Hendrik Verwoerd, de man die de Apartheid vormgegeven had.
Toen Mandela eindelijk werd vrijgelaten, was een van de eerste mensen die hij bezocht de weduwe van Verwoerd, Betsie. Ze ontving hem met open armen in haar huis in een blanke buitenwijk.

Vusumzi Mcongo:

Ik werd in 1976 gearresteerd gedurende de schoolstaking in Port Elisabeth, omdat ik lid was van de South African Student Movement (SASM). Ik werd beschuldigd van opruiing, sabotage en terroristische activiteiten. Ik werd zes maanden opgesloten, ik werd ondervraagd en gemarteld. Gelukkig heb ik het overleefd, velen stierven in gevangenschap. In de gevangenis heb ik Christo wel gezien, maar de gevangenen spraken niet met de bewakers. Ik bleef uit zijn buurt, want het was mijn taak om informatie van een deel van de gevangenis door te spelen naar een ander deel. Het was gevaarlijk werk, en als ik zou worden betrapt zou dat betekenen dat ik mijn studies zou moeten stoppen. Voor ons gevangen was dit de zwaarste straf. Onze kennis vergroten betekende voor ons onze toekomst vergroten.

De relatie met de bewakers op Robbeneiland was vaak een struikelblok. We moesten ze ervan overtuigen dat we niet gewelddadig waren. Maar ik heb ze nooit gehaat. Ze werkten voor een systeem en dat systeem was hard. De mensen die ik haatte waren de mensen die me ondervroegen en martelden in de gevangenis. Ik droomde van wraak.

Maar, nadat ik was vrijgelaten, verminderde die haat. Alles wat ik wilde was die mensen weer ontmoeten, zodat ze zouden kunnen zien dat ik het overleefd had en meer nog dan dat, dat ik het overleefd had met een glimlach.

Tijdens de Steve Biko-verhoren door de Waarheidscommissie (TRC) kwam ik toevallig een paar veiligheidsofficieren tegen die in deze zaak verwikkeld waren. Ik groette ze en herinnerde hen eraan dat ze ook mij ondervraagd en gemarteld hadden. Toen heb ik ze geluk gewenst met hun zaak. Ik wenste hen niets kwaads toe. Op dat moment besefte ik dat mijn verblijf op Robbeneiland me niet had beschadigd. We hadden allemaal op verschillende manieren verschillende lessen geleerd.

Met een gebroken hart kun je niet leven. We moeten gaan accepteren dat de dingen gegaan zijn zoals ze zijn gegaan, dat al die jaren zijn verspild. Blijven omkijken brengt niets goeds. Een natie kan niet blijven bestaan zonder vergeving.

Verzoening prediken is een deel van mijn dagelijkse leven geworden. Deze omslag heb ik vrijwillig gemaakt, van binnenuit, ook al is de regering me nergens in tegemoet gekomen.
Sommige voormalige politieke gevangenen zijn nog steeds erg kwaad. Zij zijn niet klaar om te vergeven. Het zijn niet de blanken die ze haten, maar de regering die niets voor ze heeft gedaan.

hoofdmenu    volgende    vorige    info museum    uw reactie

Laatst gewijzigd: 1 december 2004