Museum voor Vrede en Geweldloosheid officieel van start.

logo


De Vredesboot 2000 nr. 1

naar hoofdmenu

naar inhoudsopgave

informatie over het Museum voor Vrede en Geweldloosheid

Op 20 november 1999 is het officieel van start gegaan, ons museum voor vrede en geweldloosheid.

Dank zij de inspanningen van onze coördinator (Nico Faber) en vele vrijwilligers kon op die dag en de dag daarna, het reeds beschikbare materiaal bezichtigd worden in de diverse lokaliteiten van de Emilie Knappert Scholengemeenschap in Leiden.

Daaraan voorafgaand was de officiële opening door de loco-burgemeester van Leiden en werden meerdere toespraken gehouden.

foto vrijwilligers voor tentoonstelling

Uit de toespraak van onze voorzitter Hans Wiebenga

In de eerste plaats heet ik u allen heel hartelijk welkom bij de officiële start van het Museum voor Vrede en Geweldloosheid.

Het handvest van de Verenigde Naties bevat de volgende inleidende woorden:

"Wij, de volken van de Verenigde Naties, vastbesloten komende generaties te beveiligen tegen de gesel van de oorlog die tweemaal gedurende ons leven onuitsprekelijk leed over de mensen heeft gebracht... enz."

Dit lezende, is het voor ons die aan de drempel staan van het jaar 2000 helaas geen vraag meer of deze vastbeslotenheid inmiddels heeft geleid tot de verwerkelijking van het beoogde resultaat.

We kunnen niet anders dan concluderen: de taak werd niet vervuld.

Als positief element kan worden genoemd het voortreffelijk initiatief van een groep winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede om de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voor te stellen het eerste decennium (=10 jaren) van 2000 te verklaren tot 'Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid'. Door de VN is dit aanvaard.

In de statuten van onze nog zo geheten stichting anti-oorlogsmuseum staat als doelstelling omschreven: "het bewustzijn te bevorderen dat oorlog onaanvaardbaar is geworden".

Het komt ons voor dat deze doelstelling naadloos aansluit zowel bij de hiervoor weergegeven inleidende tekst voor het Handvest van de Verenigde Naties als bij de erkenning van de noodzaak om te geraken tot een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid, waar de resolutie van de Algemene Vergadering zich zo nadrukkelijk op richt.

Ontstaan van ons museumplan

In enkele woorden wil ik nu uw aandacht vragen voor de wat wonderlijke wijze van ontstaan van ons museumplan. Jaren geleden liep ons huidige mede-bestuurslid Hein v.d. Kroon in de stad Berlijn en zag tot zijn verrassing en verbazing dat hij liep in de Friedenstrasse.

Hij werd zeer oplettend en ontwaarde daar een (het) Anti-Kriegs Museum. Hij kon het binnentreden niet laten en mocht kennis maken met het werk dat door de mensen van dat museum verricht werd. Terug in Amsterdam vertelde hij, onder de indruk, aan enkele medebestuursleden van de stichting "Verbiedt de Kruisraketten" over zijn daar opgedane ervaringen. Het denkbeeld van het in het leven roepen van een anti-oorlogsmuseum ook in ons land werd die dag geboren. Bovendien ervoeren wij het bestaan van het Internationale Netwerk van Vredes- en Anti-Oorlogsmusea, als positief in de strijd voor de aanvaarding van Vrede als norm.

Vermelden wil ik voorts ook met nadruk dat het Landelijk Beraad van Vredes Organisaties (L.B.V.O.) nadat enige misverstanden tot wederzijdse genoegdoening uit de weg waren geruimd, als zodanig zijn instemming heeft betuigd met het door onze stichting nagestreefd doel.

Zo mogen wij ons nu beschouwen als goed ingevoegd in het rijk geschakeerde Nederlandse vredeswerk, en in het internationaal verband van de vredesmusea waarvan zo onmiskenbaar vaststaat dat zij allen opteren voor die andere Cultuur, die van Vrede en Geweldloosheid die het afscheid mag gaan betekenen van de barre cultuur van oorlog en geweldgeloof die de 20e eeuw tot de bloedigste eeuw van de menselijke geschiedenis heeft gestempeld.

Wanneer u vandaag en/of morgen kennis neemt van het hier nu bijeen gebrachte materiaal dan wil ik uitdrukking geven aan tweeërlei hoop:

  1. ten eerste hopen wij dat u in het gebodene kunt zien en erkennen dat wij als museum nu beschikken over een zeer zinnige, ook kwalitatief zeer bevredigende, hoeveelheid materiaal dat volwaardig op onze doelstelling betrekking heeft, aan onze doelstellingen positief dienstbaar kan zijn, zodat wij dan hopen dat uw oprechte conclusie kan luiden:

    dit werk verdient het te worden voortgezet,

  2. ten tweede vragen wij u te willen aanvaarden en begrijpen dat het hier en nu gebodene niet de strekking of bedoeling kan hebben om als het ware reeds "het laatste woord" te betekenen t.a.v. datgene wat het Museum voor Vrede en Geweldloosheid zal willen gaan bieden. Wij zijn ons bewust dat nog veel uitbouw, aanvulling en vooral ook "bewegwijzering" inzake de routes naar het beoogde doel aan de orde zal moeten gaan komen.

Kenmerkend voor het Museum voor Vrede en Geweldloosheid zal echter blijven:

  1. de permanente dienstbaarheid aan de gekozen doelstelling plus

  2. de permanente verandering naar vormgeving en te kiezen middelen waarbij wij als kernwoorden hopen vast te houden aan de termen dynamisch en interactief.

Ten slotte

Rest mij nog iets te zeggen over wat wij wel aanduiden als de komende tussenfase, d.w.z. de fase ná deze startbijeenkomst en vóór de (naar wij hopen zo snel mogelijk volgende) "opening" hetgeen uiteraard inhoudt dat het museum, zoals dat hoort, voor vast geopend zal zijn. Onze bedoeling is dat in de komende tijd veelvuldig in een groot aantal plaatsen in den lande manifestaties zullen plaatsvinden van het Museum voor Vrede en Geweldloosheid op basis van samenwerking van 'plaatselijk initiatief' en ons museum. Manifestaties met een telkens ad hoc variërend programma van door ons beschikbare deeltentoonstellingen, videomateriaal, diaproducties, een en ander af te spreken in overleg tussen de plaatselijke mensen en ons. Op die manier kan ons werk winnen aan naambekendheid overal, daarmee ook winnen aan achterban en ondersteuning in financiën en in vrijwilligers medewerking. Om daartoe te geraken zal van onze kant zeker initiatief worden ontplooid maar, zeker niet in mindere mate, kunnen/moeten plaatselijke initiatieven zorgen voor op schakeling naar steeds hogere versnellingen.

Letterlijk tegelijkertijd zullen wij voort werken aan de taak om te gaan voldoen aan de resterende voorwaarden om onze uiteindelijke bedoelingen gerealiseerd te krijgen.

Tot op heden hebben wij veelal scherp aan de wind moeten varen. Het ziet er naar mijn overtuiging naar uit dat de enorme toewijding en inzet van onze coördinator en zijn zo gemotiveerde vrijwillige medewerkers ertoe geleid hebben dat diegenen die ons project in den beginne als "illusionisme"verworpen hebben, zeer binnenkort de onjuistheid van hun inschatting zullen moeten erkennen. Daarom wil ik eindigen met een woord van enorme dank en waardering namens ons bestuur aan Nico en aan al degenen die met hem deze start van ons Museum mogelijk hebben gemaakt.

hoofdmenu     inhoudsopgave     info museum     uw reactie

Updated: 15 april 2002