Vrouwen en Vrede

enkele notities over vrouwen en vrede en vrouwenvredesbewegingen

logo

Vrouwen en Vrede


naar hoofdmenu

naar volgende pagina naar vorige pagina naar voorwoord en inhoudsopgave naar laatste pagina

informatie over het Museum voor Vrede en Geweldloosheid

vrouw met vredesduiven in haar

We weten het allemaal: onze geschiedenisboeken staan bol van oorlogen. Het lijkt erop dat oorlogen werden gezien als een noodzakelijk kwaad, zoiets als een natuurramp. De geschiedenis werd het verhaal van de overwinnaars. De mensen die zich tegen oorlogen verzetten, en die zijn er altijd wel geweest, haalden de geschiedenisboekjes niet. Wel zijn er verhalen over hen, soms uit lang vervlogen tijden. Zoals b.v. wat vrouwen betreft het verhaal over de vrouwen van Athene, die in het geheim afspraken met de vrouwen van Sparta, dat ze hun mannen alle seks zouden onthouden zolang er tussen de beide stadsstaten oorlog gevoerd werd.

De 19e eeuw

Vredesorganisaties werden in de loop van de 19e eeuw gevormd, vooral in Engeland en de Verenigde Staten. Vaak waren christelijke groeperingen daarvan de initiatiefnemers. Hierbij waren wel vrouwen betrokken. Er ontstonden ook parlementaire vredesgroepen die, gebundeld in de Interparlementaire Unie, streefden naar een Permanent Hof van Arbitrage en een Internationaal Gerechtshof. Vrede is van internationaal belang, vandaar dat er altijd internationale kontakten zijn geweest tussen vredesorganisaties. foto Bertha von Suttner

De oostenrijkse schrijfster Bertha von Suttner (1843-1914) werd bekend door haar boek "De Wapens Neer", een realistische oorlogsroman, die in 1989 uitkwam en een wereldwijd succes werd. Zij werkte levenslang voor vrede, nationaal en internationaal, meestal als enige vrouw in mannenorganisaties. Ze kende Alfred Nobel en inspireerde hem tot het instellen van de Nobelprijs voor de Vrede, die ze zelf als eerste vrouw in 1905 ontving.

In de tweede helft van de 19e eeuw klopte de vrouwen-emancipatie aan de deur en werden er overal organisaties opgericht die streefden naar vrouwenkiesrecht. Binnen die bewegingen was ook veel belangstelling voor de problemen van oorlog en vrede. Ook bestaan er dan in 18 landen vrouwenverenigingen voor internationale ontwapening. Vandaar dat er op de z.g. Eerste Haagse Vredesconferentie in 1899 door Margaretha Leonore Selenka een petitie en een enorm pakket handtekeningen, telegrammen en dergelijken van vrouwen kon worden aangeboden. Tegelijkertijd werden in allerlei landen in Europa, Azië en Amerika vrouwen vredesmanifestaties gehouden. De initiatiefneemster, de Duitse antropologe Margaretha Leonore Selenka had dit via allerlei vrouwenorganisaties in korte tijd voor elkaar gekregen, geen geringe prestatie in die tijd.

De 20e eeuw

congreszaal In 1904 werd de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht opgericht. Daarna werden ongeveer om de 2 jaar internationale congressen gehouden in Kopenhagen, Amsterdam, Stockholm en Boedapest. Het congres van 1915, dat in Berlijn zou plaatsvinden, moest vanwege de oorlog worden afgezegd. Na veel internationaal overleg werd, op initiatief van de bekende Nederlandse feministe Dr. Aletta Jacobs, presidente van de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, een vrouwenvredescongres in Den Haag georganiseerd. De Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht was verdeeld over dit initiatief en kon zodoende de verantwoordelijkheid van het gebeuren niet op zich nemen. De deelneemsters werden op persoonlijke titel uitgenodigd. Er kwamen 1136 vrouwen uit 12 oorlogvoerende en neutrale landen naar Den Haag.

Ondanks het feit dat de buitenwereld zeer sceptisch stond tegenover deze onderneming, werd het congres een succes, het vond plaats tussen 28 april en 1 mei 1915. De resoluties die waren aangenomen werden voorgelegd aan de regeringen van zowel oorlogvoerende als neutrale landen, die na afloop door 2 afgevaardigden van het congres werden bezocht.
Dit vrouwenvredescongres midden in oorlogstijd was zeker heel bijzonder, maar het haalde de geschiedenisboekjes niet.

Oprichting internationale vrouwenvredesbeweging

Tijdens dat haagse congres in 1915 werd het "Internationaal Comité van Vrouwen voor Duurzame Vrede" opgericht. In 1919 werd deze naam veranderd in: wilpf logoWomen's International League for Peace and Freedom", in de wandeling WILPF geheten. De Nederlandse naam werd: "Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid" (IVVV), maar tegenwoordig wordt hier altijd de internationale Engelse naam gebruikt. Deze organisatie richtte zich in de eerste tijd vooral op de Volkenbond, later werd dat uiteraard de Verenigde Naties. In 1948 kreeg de WILPF de consultatieve status als NGO (Niet Gouvernementele Organisatie) bij de Verenigde Naties.

Tussen twee wereldoorlogen

vredesgang 1939 Na de eerste wereldoorlog bleven vrouwenorganisaties aandacht besteden aan vrede. Het "Nederlandsch Comité van Vrouwen voor Duurzame Vrede" (na 1919 IVVV/WILPF ) werkte door. In de jaren dertig werden er in verschillende grote steden stille tochten voor vrouwen georganiseerd, z.g. "vrouwen-vredesgangen" en "vrouwen vredeskruistochten". Er was veel belangstelling voor.

Begin 1932, tijdens de ontwapeningsconferentie van de Volkenbond in Geneve, werden aan de Secretaris Generaal een ontwapeningspetitie en tien miljoen handtekeningen van vrouwen uit 53 landen aangeboden. Deze actie was voorbereid door een Comité voor Vrede en Ontwapening dat bestond uit vrouwen van allerlei internationale vrouwenorganisaties. De nederlandse Rosa Manus, die secretaresse was van dit Comité, had de leiding van dit gebeuren.

Na 1940

Twee wereldoorlogen achter elkaar zijn geen verheffende gebeurtenissen voor vredesbewegingen. Tijdens oorlogen is vredeswerk niet erg vruchtbaar, al houden individuele personen en kleine groepen de vlam brandende.

Maar als na de tweede wereldoorlog, na Hiroshima en Nagasaki, duidelijk wordt waartoe de nieuwste wapens in staat zijn, groeit het verzet, vooral dus tegen de kernwapens. Grote verontrusting is er over deze wapens, zeker ook onder vrouwen. Dit leidt overal in Europa tot de oprichting van allerlei vrouwenvredesgroepen.

vredeskamp mei 1982 De nederlandse afdeling van de WILPF was na de oorlog heropgericht en de z.g. tweede emancipatiegolf rolde aan. Vrouwen realiseerden zich dat ze vrijwel geen invloed hadden op de politiek en zeker niet op Defensie. Daar moest wat aan gedaan worden en zo ontstonden nieuwe vrouwenvredesbewegingen, zoals "Vrouwen tegen Kernwapens" en "Vrouwen voor Vrede". Naast de openbare protesten werd er gestudeerd, vergaderd en gediscussieerd. Met als voorbeeld het bekende Vrouwen Vredeskamp bij de engelse luchtmachtbasis Greenham Common, werden ook hier, o.a. bij Soesterberg, Volkel en Valkenburg vrouwenvredeskampen ingericht.

demonstratie juni 1981 In de roerige jaren van het "kruisrakettenprobleem" hebben heel veel vrouwen uit deze bewegingen hun steentje bijgedragen in het protest, b.v. bij de organisatie van de grote vredesdemonstraties in Amsterdam en Den Haag. In veel plaatsen werden door Vrouwen Voor Vrede ieder jaar op 6 augustus Hiroshima-herdenkingen gehouden. In Amsterdam gebeurt dat nog steeds.

De vrouwenvredesbeweging timmert niet meer zo opvallend aan de weg, de tijd van grote vredesdemonstraties e.d. is voorbij nu de beruchte kruisraketten niet zijn gekomen.
Maar het werk gaat door, want vredeswerk zal altijd nodig zijn. De kernwapens zijn de wereld nog niet uit en naast aandacht voor politiek, mensenrechten, economie en milieu zijn er nieuwe aandachtpunten bijgekomen. Bijvoorbeeld het contact met en de steun aan een trauma centrum voor vrouwen en kinderen in Bosnië en soortgelijke zaken.

Dit waren enkele aantekeningen over vrouwen en vrede, waaraan zeker nog veel toegevoegd zou kunnen worden.

   
hoofdmenu     volgende     vorige     inhoud     laatste

Updated: 29 mei 2002